donderdag 31 juli 2008

You Belong To Me

Tell Tale Signs heet het achtste deel van Bob Dylans' Bootleg Series. Op vele muziekfora wordt de tracklist druk besproken. De een had liever alle Basement Tapes gekregen. Een ander zag liever een live album uit de gospel periode. En dan is er natuurlijk de kritiek op de tracklist. Drie versies van 'Mississipppi'? Waarom niet in chronologische volgorde? En dit of dat nummer ontbreekt…

Een van die songs die er bij had gemogen is 'You Belong To Me' - een outtake van zijn akoestische covers-album uit 1992 Good as I Been to You.

De romantische track dook twee jaar later op in de film Natural Born Killers. Trent Reznor van Nine Inch Nail was door Oliver Stone anagetrokken om goed volk te verzamelen voor de muziekjes. Patsy Cline zit erbij, Leonard Cohen, Cowboy Junkies, Peter Gabriel en natuurlijk de lange nagels zelf.
Jammer genoeg koos meneer Reznor evoor om Dylan's nummer voor een stuk te begraven onder dialoog uit de film. Een "propere" versie, zonder Woody Harrelson, is nog steeds niet opgedaagd - en daar hoopten een aantal fans op.



Bob Dylan's versie in Natural Born Killers


Comme si de rien n'etait

Het is geen originele compositie van de neuzelende bard, zoals mevrouw Sarkozy denkt. Op haar nieuwste cd Comme si de rien n'etait brengt Carla Bruni een cover van het prachtige nummer.

See the pyramids around the Nile
Watch the sun rise
From the tropic isle
Just remember darling
All the while
You belong to me
See the market place
In old Algiers
Send me photographs and souvenirs
Just remember
When a dream appears
You belong to me

And I'll be so alone without you
Maybe you'll be lonesome too

Fly the ocean
In a silver plane
See the jungle
When it's wet with rain
Just remember till
You're home again
You belong to me

Oh I'll be so alone without you
Maybe you'll be lonesome too

Fly the ocean
In a silver plane
See the jungle
When it's wet with rain
Just remember till
You're home again
You belong to me

De zangeres herinnert er haar geliefde aan dat waar hij zich ook bevindt, wat zij ook beleeft, "you belong to me." Natuurlijk is het gemakkelijk om hier in allusies te zien op recente gebeurtenissen in het leven van de knappe Italiaanse.
In december werd het kersverse koppel voor het eerst samen opgemerkt in Egypte en even later trok de president alleen naar Algerije, terwijl zijn geliefde alleen achter bleef in Parijs. Teveel overeenkomsten om toevallig te zijn.


In de hoesnota's staat aangegeven dat het nummer door Bob Dylan werd geschreven. Dat is niet het geval. Robke Zimmerman had zelfs nog geen haar op zijn… euh, tanden toen het nummer werd geschreven.

Amazon.fr probeert dat recht te zetten: "popularisé par Bob Dylan et écrit par Pee Wee King" heet het daar. Maar zelfs dat is maar benadering van de waarheid.

De officiële credits lezen: "Pee Wee King, Redd Stewart and Chilton Price".


Pee Wee King

Pee Wee King was een uitstekende fiddler, van Poolse afkomst. Zijn specialiteit was het bewerken van walzen, polkas en cowboy songs tot country. In de jaren veertig tourde hij met zijn eigen band rond. De zanger van die band, the Golden West Cowboys, was Redd Stewart.
In 1951 beleefden de twee hun grote doorbraak toen hun song 'The Tennessee Waltz door Patti Page de hitlijsten werd ingezongen. Ze hadden het nummer vijf jaar eerder geschreven, als een bewerking van 'The Kentucky Waltz" van de toonaangevende bluegrass muzikant Bill Monroe.

King had ook zijn eigen programma bij de radiozender WAVE, die uitzond van uit Louisville, Kentucky.
In de muziekbibliotheek van het radiostation werkte Chilton Price.

Chilton was in 1914 geboren in de buurt van Fern Creek, Kentucky.
Haar vader, Chesley Hunter Searcy, was advocaat en amateur muzikant. Hij had haar de liefde voor de piano bijgebracht. Ze studeerde muziek aan de universiteit van Louisville en speelde viool bij het plaatselijke orkest tijdens de jaren dertig en veertig. Na haar huwelijk met de zakenman Robert L. Price vond ze een vaste job in de muziekbibliotheek gemakkelijker te combineren met de opvoeding van haar dochter.


De bibliothecaresse

Ze had zelf ook enkele liedjes geschreven. Eentje daarvan ging over King, die regelmatig een praatje kwam slaan, wanneer hij in de bibliotheek wat 78-toeren platen kwam oppikken voor zijn show. De song heette 'Slowpoke'. King was meteen enthousiast. Hij raadde haar aan de muziek vast te laten leggen bij een uitgever. Daar kende zij echter niks van. Kon hij dat niet voor haar doen.

King nam het nummer op, met Stewart als zanger. 'Slowpoke' werd in 1951 de grootste hit voor Pee Wee King en zijn band. Een nummer 1 op de Billboard hitlijst.
De credits voor de song waren: "Pee Wee King, Redd Stewart and Chilton Price".
Wanneer haar later werd gevraagd of de twee heren iets hadden bijgedragen aan de tekst, antwoordde ze: "Geen woord". En aan de muziek? "Geen noot".
Maar ze vond het niet erg, voegde ze er aan toe, in een interview met Nick Clooney: "Ik wist niks over de muziek business. Als zij het niet hadden uitgegeven, zou het waarschijnlijk nooit verschenen zijn.
Ik beleefde een fantastische tijd. Ik dineerde met Mitch Miller in New York City. Ik schreef nog meer songs. De mensen vonden het mooi. Ik schreef zelfs een nummer voor Doris Day, en die zong het in een film. Ik bedoel maar, dat zou allemaal niet zijn gebeurd zonder Pee Wee King en Redd Stewart.
Ik ben hen dankbaar."

Natuurlijk vroegen de mannen haar of ze nog meer materiaal had. Ze had nog een liedje dat ze tijdens de oorlog had geschreven, over een meisje dat verlangt naar haar jongen die in verre streken is gaan vechten. King en Stewart haalden de verwijzingen naar de oorlog er uit en gaven het een nieuwe titel: 'You Belong to Me'.
Ook deze keer zetten zij hun namen er onder.

Sue Thompson zette de eerste versie op plaat voor het country label Mercury. Die versie sloeg niet echt aan.
Patti Page coverde het daarna voor een b-kantje. De a-kant, 'I Went to Your Wedding', bereikte de eerste plaats en daardoor kreeg de andere kant ook veel aandacht. Het bereikte zelfs de vierde plaats in de hitlijst.

Zoals toen gebruikelijk pikten onmiddellijk vele andere artiesten het succesnummer op. Dean Martin haalde als hoogste notering een twaalfde plaats.



Dean Martin

Maar de populairste versie werd die van Jo Stafford. Haar cover schoot door naar de top aan beide kanten van de oceaan. Het werd zelfs het allereerste nummer in Engeland, gezongen door een vrouw, dat de felbegeerde eerste plaats haalde.



Jo Stafford

In augustus 1952 stonden de drie versies dus naast elkaar in de Amerikaanse top 20. De verkoopscijfers werden gecombineerd in de hitlijst van Cash Box, waar het nummer een half jaar lang in genoteerd bleef, met als hoogste notering de nummer 1.

Tien jaar later zongen The Duprees het nummer nog eens de top 10 in, met een doo-wop versie.



The Duprees


In de film

Naast Bob Dylan dook de song nog een aantal keren op in films. Jason Wade, de zanger van Lifehouse bracht het in 2001 de film Shrek, terwijl Tori Amos twee jaar excelleert tijdens een trouwfeest in Mona Lisa Smile.






En ben ik het alleen die 'You Belong To Me' terug hoort in Dylan's eigen 'Make You Feel My Love'?

woensdag 30 juli 2008

Guess I'm Dumb



Guess I'm Dumb

Eigenlijk wou ik een stukje schrijven over een plaat van The Beach Boys. Maar waar moet ik beginnen? Pet Sounds kent iedereen. Of zou iedereen toch moeten kennen.
Maar de jongens van het strand zijn veel meer dan dat ene album.
Dus wou ik over Today schrijven. Misschien wel mijn favoriete plaat van de groep. Net voor Pet Sounds. Even goed, maar niet kapot geprezen. Al deed Oor's Muziekencyclopedie de plaat ooit af met iets in de strekking van "de jongens zijn inmiddels hard aan verkering toe."

Maar toen kwam ik 'Guess I'm Dumb' tegen. Geschreven en opgenomen tijdens de sessies voor Today en cadeau gedaan aan een van de sessiemuzikanten: Glenn Campbell. Een overschotje dus eigenlijk, maar dan wel eentje van grote klasse. Een van de vele vergeten pareltjes uit de muziekgeschiedenis.


Onder druk

Tussen oktober 1963 en oktober 1964 bracht Capitol maar liefst vier platen - ik herhaal: vier langspeelplaten - uit van de Beach Boys: Little Deuce Coupe, All Summer Long, The Beach Boys' Christmas Album en Beach Boys Concert.

En dat kwam allemaal uit het koppeke van één man: Brian Wilson. Waar The Beatles met vieren waren en de hulp kregen van George Martin, deed de oudste van de drie broertjes het allemaal alleen: productie, arrangementen en - voor het grootste stuk - schrijven. Niet te verwonderen dus dat de man fysiek en emotioneel uitgeput raakte.

Op 23 december van dat jaar kreeg Brian een zenuwinzinking. The Beach Boys zaten in het vliegtuig op weg naar Houston, de eerste halte in de zoveelste tournee. Het was hem ineens allemaal teveel geworden. Hij besefte dat het zo niet meer verder kon. Er moest iets gebeuren. Hij besloot te stoppen met op te treden. Doodleuk deelde hij de rest van de band mee dat hij zich wou toeleggen op het studiowerk. Hij zou er de muziek creëren terwijl de band op tournee ging.
Met enige tegenzin gingen de jongens akkoord.

Maar dan moest er wel dringend een vervanger worden gevonden.


Glen Campbell

De Wrecking Crew zoals ze zich graag noemden, was een bende van de allerbeste studioratten die in de jaren zestig hun goedbelegde boterham verdienden met het inspelen van filmmuziek. Daarnaast konden ze ook worden ingehuurd door om het even wie: Elvis Presley, Frank Sinatra, Phil Spector. U vraagt, wij spelen. 'River Deep, Mountain High', 'These Boots Are Made For walking', 'Last Train to Clarksville', 'Monday, Monday' ,'Mrs. Robinson'… allemaal hun werk.
De oudere studiomuzikanten vonden het maar niks. De nieuwe generatie hielp de zaak om zeep met die rock' n' roll rotzooi: "They're wrecking the business".

Een van de gitaristen uit die pool was 28-jarige gitarist: Glen Campbell.

Glen was in 1936 geboren in een kroostrijk gezin uit Billstown - een onoogelijk klein dorpje in Arkansas. De depressie nog volop aan de gang en de Campbells waren dan ook straatarm.
Een oom leerde hem gitaarspelen. Daar bleek hij talent voor te hebben en als 17-jarige trok hij daarom naar Albuquerque, New Mexico. Daar woonde een andere oom, die een band had die meedraaide in het rodeo circuit.

De jongeman merkte echter al snel dat hij veel beter was dan de anderen. Toen hij hoorde dat in L.A. meer was te verdienen trok hij daar naar toe. Na wat mislukte pogingen om een solo carrière uit de grond te stampen vond hij er zijn draai als studiomuzikant.

Toen The Beach Boys hem vroegen om voor een paar maanden in te springen voor Brian had hij eigenlijk geen redenen om daar op in te gaan. Het studiowerk was erg goed betaald: voor enkele uren per dag kreeg hij veel meer dan de band hem kon betalen om rond te trekken van stad naar stad. Bovendien had hij een vrouw, twee kinderen en stond hij erg graag op de golfbaan.
Zoals alle leden van de Wrecking Crew had hij echter een enorm respect voor Brian Wilson.

Als tegenprestatie stelde Brian voor hem te helpen om zijn solo-carrière terug in gang te helpen zetten. Hij zou hem helpen een song op te nemen. Dat werd 'Guess I'm Dumb'.



De backing track

Campbell kende het nummer al. Hij had immers mee gespeeld bij de opname van de backing track.

Die sessie had plaats gevonden op 14 oktober 1964, als onderdeel van de opnamen voor The Beach Boys Today.

In de Western Recorders in Hollywood had Brian die woensdagavond om 22:30 het kruim van de studiomuzikanten uit Los Angeles verzameld. Niet minder dan twintig muzikanten zaten samengeperst in de relatief kleine ruimte van studio 3.
Kijkt u rustig even rond: aan het drumstel herkent u Hal Blaine , Larry Knetchel verstopt zich achter zijn bas. Er zijn vijf blazers, waaronder Steve Douglas op tenor sax. Vier violisten, twee viola's en twee cello's. Brian zelf speelt piano, kleine broer Carl 12-snarige elektrische gitaar. Daarnaast zijn er nog twee gitaristen: Tommy Tedesco (Batman, M.A.S.H., Bonanza…) speelt elektrische en Glen Campbell akoestische gitaar.
En iedereen speelt live!

De sessie markeert de overgang tussen Brian's oude manier van opnemen en de toekomst. Alle songs voor de LP tot dan toe waren opgenomen door The Beach Boys zelf, eventueel aangevuld met een sessiemuzikant voor de instrumenten die de jongens zelf niet konden bespelen: accordeon of saxofoon of zo.

Door het complexe arrangement, met al die strijkers en blazers, is 'Guess I'm Dumb' - veel meer dan om het even welk ander nummer van Today - de voorbode van de gesofisticeerde productie die Brian zou toepassen op Pet Sounds.

Grote stukken van de opname zijn (illegaal) uitgebracht door het Sea Of Tunes label op de bootleg Unsurpassed Masters Vol. 7 (1964) - The Alternate 'Beach Boys Today!' Album, Vol. 1. Daarop kun je horen dat Brian de sessie begint met de mededeling: "Ik heb nog geen titel...Ik denk dat ik het 'If I'm Dumb' ga noemen, of iets in die aard...".

Tegen het einde van de drie uur durende sessie is de tweeëntwintigste poging compleet en perfect. Toch roept de geluidstechnicus Chuck Britz: "Brian, wacht even.. we hebben tijd voor nog eentje. Laat ons er nog eentje doen, dat wordt 'em."
Brian, zittend aan de piano, spoort de anderen aan: "Maak het heel goed!" En dat wordt het ook. Maar er is een technisch probleempje met de band, waardoor take 22 uiteindelijk toch de uitverkoren opname wordt.

De drie-sporenband is helemaal gevuld: drums en gitaren zitten links, piano en bas in het midden, strijkers en blazers rechts. Er zal een reductie mix nodig zijn om het nummer te kunnen inzingen. Daarbij wordt de band gekopieerd naar een nieuwe drie-sporen band, waarbij een aantal sporen op één spoor worden samengevoegd. Zoiets is onherroepelijk en het is dan ook een belangrijke taak voor de geluidstechnicus.


Russ Titelman

Maar eerst moet er een tekst worden geschreven. Dat is iets waarvoor Brian graag de hulp van anderen inroept. Dikwijls is dat zijn nieuwste "beste vriend". En in de lente van 1965 was dat Russ Titelman.

Titelman zou later bekend worden als producer van goed volk als Ry Cooder, Randy Newman, Buffalo Springfield, Paul Simon, Little Feat, Gordon Lightfoot, Eric Clapton (Unplugged), enz… Maar op dat moment stond hij nog helemaal aan het begin van zijn carrière.

"Brian heb ik leren kennen door mijn werk bij de muziekuitgever Screen Gems," vertelde Russ Titelman, in 1996, tijdens een zeldzaam interview aan Timothy White. "Brian kwam Lou Adler er regelmatig opzoeken in zijn kantoor in L.A.. Ik hing daar dikwijls rond en dan zag ik hem. Ik ging hem ook opzoeken in zijn kantoor. Dat was een grote ruimte boven een bank op de zuidoostelijke hoek van Sunset en Vine, waar hij zich terugtrok om te schrijven.
Soms bezocht ik hem in zijn appartement in Hollywood. Dat was erg Spartaans ingericht, om het zacht uit te drukken. Maar er stond wel een piano.
Hij was gek op [de komiek] Jonathan Winters. Hij kende al zijn sketches uit het hoofd en lachte zich dan een breuk. Heerlijk was dat.
'Sheri, She Needs Me' schreven we op de piano in het huis van zijn vriendin, Marilyn [Rovell], waar hij even later mee trouwde. En 'Guess I'm Dumb' schreven we in het appartement waar hij met Marilyn woonde."

"Brian was als een kind," gaat hij verder. "Hij liep rond op blote voeten en in jeans. Ik was geen fan van zijn vroege surfmuziek, maar vanaf dat hij Phil Spector begon te aanbidden en georchestreerde surf muziek verzon, toen werd het interessant. Ik hield van het spontane in wat hij bedacht.
Met Pet Sounds overtrof hij Phil. Hoe goed Phil ook was, zijn orkestraties waren allemaal eender. Maar Brian werkte niet volgens een geijkte formule."


Het inzingen

Mogelijk was de tekst niet op tijd klaar voor Today, maar de Beach Boys hebben de backing track nooit ingzongen. Glen Campbell krijgt dus zijn kans.

Volgens de auteur Keith Badman gebeurde dat op 8 maart 1965 (de dag dat de LP Today in Amerika werd uitgebracht), terwijl zijn collega, Andrew G. Doe het houdt op 19 april. Plaats van actie is in elk geval opnieuw Studio 3 van Western Recorders.

Naast Glen zelf heeft Brian nog wat anderen uitgenodigd voor de backing vocals: zijn vrouwtje Marilyn met haar zus Diane Rovell en vriendin Ginger Blake. Samen vormen zij het meidengroepje The Honeys.
Broer Carl is er ook bij en Brian zal zelf ook meezingen.

Tijdens de reductie mix is de de backing track in mono gemixt en samengebracht op het middelste spoor. Glen's zang komt links en de backing vocals rechts.

Glen kondigt vooraf aan: "Om het te maken gelijk ik het wil, zal ik 'Shit' roepen!" Het aantal pogingen dat hij nodig heft om het te perfectioneren is niet genoteerd, maar aan het einde van het plaatje hoor je Brian, vanuit de controleruimte roepen: "Dat was uitstekend! Kom eens luisteren."

Daarna verzamelen Brian, Carl en The Honeys rond twee microfoons.


Teleurstelling

Het plaatje wordt op 7 juni 1965 uitgebracht door Capitol, met 'That's Alright' als b-kant.

Titelman is ondertussen slaggitarist geworden in de band van de TV-show Shindig. Natuurlijk mag Campbell er zijn single gaan voorstellen.
Het playbacken had hij nog niet helemaal onder de knie.



Ondanks de sterke melodie, het prachtige Wall of Sound arrangement en de vocale hoogstandjes betekent de single echter niet de verhoopte doorbraak voor Campbell. 'Guess I'm Dumb' haalt niet eens de Billboard Top 100.

Het succes zou nog even op zich laten wachten. Het kwam er, twee jaar later, dankzij de samenwerking met een ander pop genie van de jaren zestig: Jimmy Webb. ‘Wichita Lineman’ en 'By the Time I Get to Phoenix'.
En daarna werd hij een countryster met ‘Gentle On My Mind' en een parodie met 'Rhinestone Cowboy'.

vrijdag 18 juli 2008

Randy Newman - A Few Words In Defence Of Our Country




A Few Words In Defense Of Our Country

Begin augustus verschijnt bij Nonesuch Records een nieuwe studioplaat van Randy Newman: Harps And Angels. Dat is groot nieuws, want het was bijna tien jaar geleden dat zoiets nog eens het geval was.

Vooral bij ons zal de plaat zeker wat aandacht krijgen want in 'Piece of the Pie' wordt zowaar even geruzied tussen een Vlaming en een Waal. "The proceedings are briefly interrupted by a pair of bickering Belgians, proving that even the tiniest, prettiest places can be divisive," heet het in de perstekst.

Waarin een klein land, euh… klein kan zijn.

Maar dat is nog niet alles. Ook onze koning Leopold II krijgt er van langs in 'A Few Words in Defense of Our Country'. Wij hebben slechte leiders de laatste tijd, zo houdt hij zijn landgenoten voor, maar wij zijn niet de enigen. Kijk maar eens wat de Romeinen hebben uitgevreten, of de Spaanse inquisitie, Stalin, Hitler, of onze Leopold dus.

De song werd begin vorig jaar al uitgebracht maar was toen enkel beschikbaar als download via iTunes.
Newman gaf als uitleg: "I don't like to write songs about current events. This one, for instance, won't be relevant when this administration is no longer with us. It's such a unique administration, though, that I thought it would be interesting to write something about it. I don't think we'll ever have one like it again."

De song was zo controversieel dat The New York Times het niet aandurfde om de volledige tekst af te drukken. Maar Rolling Stone riep het nummer uit tot de een-na-beste track van het jaar! "Right behind Jay-Z and ahead of Rihanna" merkt Newman tussen neus en lippen even op.


A few words In defense of our country

I’d like to say
A few words
In defense of our country
Whose people aren't bad
Nor are they mean
Now, the leaders we have
While they're the worst that we've had
Are hardly the worst
This poor world has seen

Let's turn history's pages, shall we?

Take the Caesars, for example
Why, with the first few of them
They were sleeping with their sister, stashing little boys in swimming pools, and burning down the city
And one of 'em, one of 'em appointed his own horse to be Counsel of the Empire
That's like vice president or something
That's not a very good example right now, is it?
But here's one:
Spanish Inquisition
That's a good one
Put people in a terrible position
I don't even like to think about it
Well, sometimes I like to think about it

Just a few words
In defense of our country
Whose time at the top
Could be coming to an end
Now, we don't want their love
And respect at this point's pretty much out of the question
But in times like these
We sure could use a friend

Hitler
Stalin
Men who need no introduction

King Leopold of Belgium, that's right
Everyone thinks he's so great
Well, he owned the Congo
He tore it up too
Took the diamonds
Took the silver
Took the gold
You know what he left 'em with?

Malaria

You know, a president once said, "The only thing we have to fear is fear itself"
Now it seems like we're supposed to be afraid
It's patriotic, in fact
Color-coded
What we supposed to be afraid of?
Why, of being afraid
That's what terror means, doesn't it?
That's what it used to mean

You know, it pisses me off a little that this Supreme Court's gonna outlive me
Couple young Italian fellas and a brother on the Court now too
But I defy you, anywhere in the world, to find me two Italians as tightass as the two Italians we got
And as for the brother
Well, Pluto's not a planet anymore either

The end of an empire
Is messy at best
And this empire's ending
Like all the rest
Like the Spanish Armada
Adrift on the sea
We're adrift in the land of the brave
And the home of the free

Goodbye
Goodbye
Goodbye

Goodbye

woensdag 16 juli 2008

Delia's Gone - deel 2

Kerstavond van het jaar 1900

De Yamacraw buurt van Savannah, Georgia stond bekend als "arm, zwart en gewelddadig". Die avond werd er Kerstmis gevierd in het huis van Willie West. Er was veel volk. Iemand speelde op het orgel. Er werd gelachen en gezongen. De drank verhoogde de feestvreugde.

Een van de gasten was het buurmeisje, Delia Green. Ze was pas veertien en werkte voor West als poetsvrouw. Haar vriendje, Cooney was er ook. Eigenlijk heette hij Moses Houston. Hij was vijftien.
De kinderen hadden al eerder die avond ruzie gemaakt.
Omstreeks kwart na elf was het weer prijs. Cooney had het meisje geplaagd door te zeggen dat ze zijn vrouw was. Hij had lopen opscheppen over hun seksuele activiteiten.
Cooney: "Mijn vrouwtje is boos op mij, vanavond. Ze luistert niet. Ze praat niet met me. (Tot Delia:) "Je weet niet hoeveel ik van je hou."
Delia: "Jij hoerenjong. Je gaat al vier maanden met me. Je weet dat ik een dame ben."
Cooney: "Dat is een leugen. Je weet dat ik je al zo dikwijls heb gehad als ik vingers en tenen heb."
Delia: "Jij liegt!"
Op dat moment greep Willie West in. Hij driegde ermee de jongen buiten te zetten als hij zich niet gedroeg.
Boos liep Cooney zelf naar de deur, maar dan scheen hij zich te bedenken. Opeens nam hij een revolver en schoot. Het meisje werd getroffen in de maag en zakte bloedend in elkaar.
Verschrikt door wat hij zelf had aangericht rende de jongen de deur uit. Enkele andere gasten renden hem achterna en brachten hem terug binnen.
Het zwaar gewonde meisje werd naar het huis van haar moeder gebracht, waar ze op Kerstdag, om 4 uur in de ochtend overleed. Ze werd begraven in een naamloos graf op het kerkhof van Laurel Grove South in Savannah.



Cool in de rechtszaak

In maart 1901 moest Moses Houston zich verantwoorden voor de rechtbank.

De plaatselijke pers volgde de zittingen op de voet. Vanaf het begin beklemtonen ze hoe kalm, cool, beslist en beleefd Cooney was. De jongen verscheen in de rechtbank, gekleed in een korte broek - "mijn lange broek is in de was".
Een krant meldt dat hij "meer dan gemiddeld intelligent lijkt voor een neger".

Hij hield vol dat het om een ongeluk ging.
Hij vertelde hoe hij omstreeks 7 uur die avond naar het huis van meneer West was gegaan. Hij was op zoek naar Delia, maar die was er niet. Meneer West vroeg Cooney dan om een pistol op te gaan halen dat hij had binnen gebracht om te worden hersteld.
Toen Cooney terug kwam legde hij het pistool onder een doekje op tafel.
Hij werd opnieuw om een boodschap gestuurd. Deze keer moest hij bier en whiskey bij halen. Bij zijn terugkeer begon hij te spelen met een andere jongen. "...die pakte het pistol en we waren er om aan het vechten. Ik kreeg het te pakken. Het pistool ging af en Delia werd getroffen."
Deze versie werd bevestigd door ene Willie Mills.
Maar drie andere getuigen haalden het verhaal onderuit. Mills was zelfs al weg toen het schot viel. Alle drie bevestigden dat de beschuldigde woest werd nadat Delia hem had uitgescholden voor "a son of a bitch."

Raiford Falligant, de blanke advocaat van de beschuldigde wees op de jeugdige leeftijd van de jongen. Hij beklemtoonde ook dat het huis een slechte reputatie had en dat iedereen gedronken had.

De jury verklaarde hem schuldig. Maar beval tegelijk aan rekening te houden met zijn jonge leeftijd. Hierdoor ontsnapte Houston aan de doodstraf en kwam hij er van af met een veroordeling tot levenslange dwangarbeid.
Terwijl zijn moeder, "een oude zwarte, maar respectabele uitziende vrouw" in elkaar zakte bij het aanhoren van het verdict, bleef de jongen kalm en antwoordde - waarschijnlijk op aanraden van zijn advocaat: "Thank you, sir."

Wanneer men hem achteraf vroeg wat hij er van vond, zei hij dat hij "er niet blij mee was maar dat hij het zou moeten verdragen."

De volgende dag melden de kranten uitgebreid dat de jongen geen spijt betoonde. Erger nog, ze laten het voorkomen dat de jongen eerder triomfantelijk het vonnis had aanhoord en de blanke rechter had bespot.


Geboorte van een traditional

Al snel werden de gebeurtenissen verwerkt in een lied, dat lokaal de ronde deed. Is het uit woede om zo een zware straf voor een kind? Of misschien is het puur uit cynisme omwille van de verslaggeving in de kranten dat men een parodie maakt van de gebeurtenissen.

In de song wordt nergens vermeld dat het eigenlijk om twee kinderen gaat en ook het feit dat het kleurlingen waren wordt verzwegen. Integendeel zelfs: omdat de naam Cooney in die richting zou wijzen krijgt de moordenaar een nieuwe naam: nu eens heet hij Curtis of Curly, dan weer is het Kenny of Tony.

De klemtoon komt helemaal te liggen op de stoere, koele houding van de moordenaar.
Om het helemaal duidelijk te maken wordt aan het einde nog wat nieuws toegevoegd. Wanneer de rechter Curly (of Tony,…) een straf van 99 jaar oplegt, reageert hij laconiek: "99? Mijn jongere broer heeft 999 jaar gekregen."

De naam het onschuldige slachtoffer daarentegen wordt besmeurd: Delia wordt bestempeld als rounder (gokker bij het dobbelen). Verongelijkt merkt de dader op: "You loved all them rounders, never did love me."
De ondertoon is: iemand met zo een losbandig leven verdient geen respect. Zij heeft het zelf gezocht.

Uiteindelijk, zo meldt de zanger nog, zijn er nu twee levens verwoest: "Curtis in the jailhouse, drinking from an old tin cup". Wat heeft het voor zin? Daardoor komt zij toch niet terug, want "Delia's in the graveyard, she ain't gettin' up."



Een van de allereerste bluesnummers

In een interview vertelde Reverend Gary Davies ooit dat dit nummer de eerste bluessong was die hij ooit hoorde. "[De bluesvorm] brak door in 1910. Ik heb geen idee waar die opeens vandaan kwam. Ik hoorde hem voor het eerst toen er iemand in mijn straat wat op een gitaar zat te tokkelen. Dat was de eerste die ik, wat ze noemen "the blues", hoorde spelen.
Toen ik gitaar begon te spelen bestond er niet eens iets dat "blues" werd genoemd. Ze speelden andere songs. De blues begon toen pas te ontstaan.
Op de vraag wie de eerste bluesspeler was die hij hoorde, antwoordde de blinde zanger: "Een kerel die Porter Irving heette. Hij speelde dat nummer over Delia. Hij werd geboren in South Carolina, waar ik ook vandaan kom."

Delia, Delia how could it be?
Wanted everyone,
But you never had time for me
All the friends I ever had are gone.

Dat situeert het ontstaan van de tekst in het eerste decennium van de vorige eeuw.

De bladmuziek van ' One more Rounder Gone' wordt voor het eerst gepubliceerd in 1911.

Die titel verwijst naar een van de vele varianten voor het "refrein". Een echt refrein is er niet, maar de laatste regel van elke strofe komt telkens terug.
Opvallen is het groot aantal varianten voor die laatste regel: "One more rounder gone", "All I done had done gone", "Poor gal, she gone", "She's dead, she's dead and gone" of "All the friends I ever had are gone".

De vaudeville artiest Reese du Pree bracht deze titel in februari 1924 voor het eerst op het OKEH label, als b-kant van 'Norfolk Blues'. Du Pree is een van de mannen die aanspraak maakt op de titel van eerste bluesman. Daarvoor wordt verwezen naar zijn eerste 78-toerenplaat 'Long Ago Blues', uit november 1923. Daarop is overigens geen gitaar te horen maar begeleiding van een piano.
De versie van du Pree is in 1996 verschenen op de cd Male Blues Of The Twenties. Volume 1.

M. L. Hamlin publiceert de bladmuziek van 'Delia's Gone' in 1924. Hij heeft de song in Durham, North Carolina genoteerd. Een andere uitgever, N. I. White volgt een jaar later. Hij meldt dat hij de song heeft opgeschreven "volgens de herinnering van Goodell uit Spartanburg, South Carolina. Die leerde het van een oude neger die hij één dollar betaalde om hem te leren gitaarspelen." Dat zou zijn gebeurd tussen 1900 en 1904.

Newman L. White meldt in 1928, in American Negro Folk Songs: "Merk op dat in alle "Delie" songs - die nauw verwant zijn aan 'Frankie and Albert', misschien zelfs stamen van de dezelfde bron - de situatie omgekeerd is: de vrouw wordt neergeschoten door de man in plaats van andersom."



Twee keer Blind Willie McTell

Lead Belly neemt een versie op in de jaren dertig, gevolgd door Blind Willie McTell in 1940. Heet het dan nog 'Little Delia', negen jaar later zet hij de song opnieuw op band, voor de plaat Atlanta 12 String, op Atlantic Records.
Deze keer heet de song 'Delia's Gone'.

Ook McTell situeert beide hoofdrolspelers in een milieu van gokkers en dobbelaars. Dat maakt het allemaal minder erg: "She's one more rounder gone."
Niemand behoudt enige waardigheid: Delia's ouders vinden haar dood minder erg dan het feit dat ze niet thuis is gestorven. En Delia zelf is van geen belang. Ze is slechts de aanleiding waardoor het hof de schaamteloze moordenaar kan straffen.

Hij is ook de eerste die een reden opgeeft voor de moord:

Delia, Delia how can it be?
Say you love them rounders
And you don't love me.
She's all I got is gone.

McTell legt niet de nadruk op het verhaal, maar breekt de song op in vele korte fragmenten, die heen en weer schieten in de chronologie. En ieder even wat aandacht geven. Maar Kenny steelt natuurlijk weer de show:

Kenny said to judge, "What's the fuss about?
Just that no good woman trying to put me out"



Naar de Caribische eilanden

Op de een of andere manier raakt de song onder de naam 'Delia's Gone' populair op de Bahama's.

Daar duikt voor het eerst een regel op, waarmee elke strofe wordt beëindigd: "Delia's gone, one more round, Delia's gone". Waarschijnlijk was het slangwoord "rounder" (gokker) - uit de regel "One more rounder gone" - daar niet gekend.

De mento banjospeler Blake Alphonso Higgs zet de song in 1952 op plaat. Onder de naam Blind Blake is hij jarenlang leider van het huisorkest in het Royal Victoria Hotel in Nassau. Amerikaanse toeristen willen wel eens een van zijn platen mee naar huis nemen. Rum & Coconut Water bijvoorbeeld, met daarop songs als 'Sloop John B' en 'Delia's Gone".
Zo maakt de song terug de oversteek naar het Amerikaanse vasteland.

Net op tijd voor de Calypso-rage die begin jaren vijftig doorbreekt.
Josh White, Pete Seeger en Harry Belafonte, transformeren 'Delia's Gone' terug in een Amerikaanse ballade, zei het met een Caribische ondertoon.

Later volgen nog country en rockversies, onder andere van Bud & Travis en Waylon Jennings".


Johnny Cash

Na een optreden in Santa Fe, op 27 februari 1993, was Rick Rubin de zanger gaan opzoeken in zijn kleedkamer. Rubin is een grote bebaarde kerel, eigenaar van het platenlabel Def American Records, dat uitsluitend rap en heavy metalbands een platform gaf. Hij stelde de countrylegende voor om samen een plaat te maken. Maar helemaal anders dan de platen die Cash de afgelopen twintig jaar maakte. Terug naar de essentie: puur en kaal. Alleen een zanger met zijn gitaar. Dat zou hem terug kunnen laten aansluiting vinden bij een jong publiek.
Cash geloofde er niet in, maar besloot de producer toch een kans te geven.

De nu legendarische "Living Room Sessions" vonden plaats tussen 17 en 20 mei 1993 - een paar vrije dagen in het drukke tourschema van de 61 jarige man. De opnamen waren oorspronkelijk alleen maar bedoeld als demosessies. Naast nieuwe versies van songs uit Cash zijn rijke repertoire, kwam Rubin aanzetten met hedendaagse songs van mensen als Tom Waits en Glenn Danzig.
"Ik koos songs die ik goed vind," verklaarde Cash. "Vele daarvan zijn zwaar op de hand en vele ook zeer donker. Er valt niet veel te lachen. "Misschien vloeit er wat meer bloed op de deze cd dan op het gemiddelde folk of country album." Het thema van de cd "is kind of sin and redemption," lichtte hij nog toe.

Een van de songs, die Cash aandroeg is 'Delia's Gone'. "Ik zing het vaak tijdens concerten - fans vragen er altijd om. Dus dacht ik: ik neem een nieuwe versie op en probeer het uit voor een nieuw publiek."

Hij zette het nummer in 1962 op zijn dertiende langspeelplaat The Sound of Johnny Cash. De song werd toen toegeschreven aan de mysterieuze figuren Karl Silbersdorf en Dick Toops. Van geen van hen is verder nog ooit iets opgedoken.

Voor de gelegenheid heeft Cash de tekst aangepast: "Ik schreef een nieuwe tekst voor de traditional, omdat ik de oude tekst vergeten was."

Zoals vroeger ook al het geval was, brengt hij het verhaal alsof het hemzelf is overkomen. Hij is een naamloze, berekende moordenaar die, de "low-down, triflin'" Delia na gereisd is naar Memphis. Zodra hij haar heeft gevonden bind hij haar op een stoel en schiet haar genadeloos neer.

First time I shot her, I shot her in the side
Hard to watch her suffer, but with the second shot she died

De luisteraar komt niets te weten over het motief voor de moord.
Zijn geweten begint pas te knagen als hij in de cel belandt, belaagd door het spookbeeld van Delia.

But jailer, oh jailer, jailer I can't sleep
'Cuz all around my bedside I hear the patter of Delia's feet

Maar dat duurt maar even, want in de laatste strofe raadt hij de luisteraar aan zich niet te laten doen:

So if your woman's devilish, you can let her run
Or you can bring her down and do her like Delia got done

Ze heeft er tenslotte om gevraagd.

Ondanks het weinig opgewekte thema werd 'Delia' Gone' in april 1994 naar voor geschoven als de eerste single en openingsnummer van is de come-back cd American Recordings.
Anton Corbijn nam er een video voor op. Kate Moss lijkt niet erg op een zwart, veertien jarig meisje. Maar dat hindert niet. De clip sloeg aan bij de MTV-generatie.
Toch haalde de single de hitlijsten niet. Niet alleen omdat de song niet werd gedraaid op de Amerikaanse radio, maar vooral omdat de distributie van het Def American label nog niet op punt stond.
Dat kwam allemaal in orde, zodar Sony de zaak in handen nam.

Terzijde: ook de trage versie van 'I'm Free from the Chain Gang Now', waarmee de laatste American cd A Hundred Highways afsluit is een remake van diezelfde LP uit 1962. Waarmee de cirkel rond is.



Bob Dylan - "All the friends I ever had are gone"

Mogelijk haalde Rubin zijn inspiratie voor de terugkeer van Cash bij Bob Dylan's eerste akoestische rootsplaat. Good As I Been To You was uitgekomen in november 1992 - enkele weken voor zijn bezoek aan de man in black.
Op die plaat horen we ook enkel Dylan zelf: zijn stem en akoestische gitaar.

Voor de opvolger, opgenomen in de zomer van 1993, neemt de man uit Duluth, ook een nieuwe versie op van de oude traditional. Ook hij had het nummer aan het begin van de jaren zestig voor het eerst gebracht. Helemaal aan het begin van zijn carrière, stond het nummer op zijn repertoire tijdens optredens in het Dinkytown folk circuit in Minneapolis.

En ook Dylan neemt niet zomaar klakkeloos een bestaande versie over (al heeft hij wel heel goed geluisterd naar de versie van Stefan Grossman op Aunt Molly's Murray Farm uit 1969). Hij heeft zijn interpretatie zowel gemodelleerd op de versie van Blind Willie McTell als op die van Reverend Gary Davies.

In zijn cryptische hoesnota's licht hij toe:
"DELIA is een triest verhaal - twee of meer versies versmeed tot een. de song laat niets in het midden, komt de bocht om gevlogen, lijkt over misplaatste loyaliteit te gaan.
Delia zelf, niet bepaald koningin Gertrude, Elizabeth 1 of zelfs Evita Peron, rijdt niet op een Harley Davidson over de snelweg door de woestijn, heeft geen nieuw bloed nodig & zou nooit zomaar gaan winkelen.
De kerel in de rechtbank klinkt als een pooier in primaire kleuren. Hij heeft geen interesse in moskees op een tempelberg, het laatste oordeel of wereldoorlog 111, stopt zijn hoofd niet tussen zijn knieën & weent niet & draagt geen punthoed. Hij verontschuldigt zich niet & is gedoemd om te worden vergeten.
Heeft deze song rechtschapenheid? Reken maar. Tolerantie van het onaanvaardbare lijdt tot de laatste opkuis.
de zanger praat niet met zijn kop vol drank."

In zijn versie veranderd hij het perspectief van de verteller. Waar bij anderen het thema eerder hard of gevoelloos wordt neergezet, slaagt hij er in een toon te vinden die wijst op verlangen en een pijnlijk verlies. Hoewel de moord gepleegd wordt door ene Curtis, blijft de zanger helemaal alleen achter. "All the friends I ever had are gone."

Alles in zijn versie is gericht op het overbrengen van die boodschap: de melodie, de gehavende stem, het steeds weer herhalen van het refrein over verloren vrienden en tenslotte het omkeren van de laatste twee regels, waar hij eerst verteld dat Delia niet van hem hield, om dan toch nog te klagen dat ze geen tijd had voor hem.

Hoewel Dylan zijn songs een paar maanden later op band zette dan Cash, lag zijn versie een half jaar eerder in de winkel. World Gone Wrong verscheen in oktober 1993.



Wyclef Jean

Op 7 april 1999 stond Johnny Cash voor het eerst terug op de scène, na zijn zware ziekte. De American Record platen hebben hem helemaal terug aan de top gebracht. Hij heeft letterlijk zijn opgestoken middelvinger getoond aan het Nashville establishment dat hem had afgeschreven.

Zijn terugkeer kan dan ook in stijl worden gevierd met een grootste show, waaraan onder andere Bruce Springsteen en U2 meedoen. Dave Matthews is er ook, Willie Nelson en natuurlijk Emmylou Harris. Bob Dylan stuurt een speciaal opgenomen video.

Maar de verassing van de avond is rapper Wyclef Jean.
"Rick Rubin belde me," legde Jean uit. "Hij weet dat ik een brede smaak heb. Ik luister naar hip-hop maar ook naar country, klassiek, maakt niet uit. Toen ik - eventjes maar - op de universiteit zat leerde ik [de muziek van] Johnny Cash kenne. Zijn stijl sprak me: de man in het zwart, weet je wel… dat rebelse. Zijn teksten en manier van vertellen zijn eigenlijk net hetzelfde als bij rap music. Hij sloot geen compromissen in zijn teksten."

Die avond bracht Wyclef Jean een rapversie van 'Delia's Gone'. Voor de gelegenheid getooid met een Stetson.





Met dank aan…

John Garst, een professor aan de Universiteit van Georgia,die in 2000 de ware toedracht onthulde van dit verhaal. Hij ging op onderzoek, op basis van een brief uit 1928. Daarin melde de folklorist Robert Winslow Gordon aan de Library of Congress dat de oorsprong van het "Cooney Killed Delia" verhaal terug ging op waar gebeurde feiten in de zwarte buurt van Savannah, Georgia. Gordon melde dat hij krantenartikels gevonden had en ook dat hij had gesproken met de moeder van het meisje en de politieagent die de moordenaar had opgepakt. Hij had, zo schreef hij, 28 verschillende versies van het nummer terug gevonden en vijftig bladzijden van de rechtszaak gekopieerd.
Gordon's bevindingen werden echter nooit gepubliceerd en de papieren raakten verloren.

Garst heeft dan de microfilms onderzocht van Savannah Morning News en de Savannah Evening Press. Daarin vond hij de melding van de moord en de verslagen van de rechtszaak.

Delia's Gone - deel 1



Het is 1994 - De muziekpers speelt Blur en Oasis tegen elkaar uit. Wie de ene groep leuk vindt moet de andere haten.

Tussen al dat Britpop geweld op MTV is er een video die er tussen uitspringt. Zwart-wit beelden van een oude man in het zwart. Hij speelt gitaar bij een open graf. Daarin ligt een vrouwenlijk: Kate Moss.
Tijdens flash backs in sepiatonen wordt gesuggereerd hoe hij haar heeft vastgebonden en vermoord.

Delia, oh Delia, Delia all my life
If I hadn't-a shot poor Delia, I'd have had her for my wife
Delia's gone, one more round, Delia's gone

Dit lijkt er meer op. Dit is de kerel die we kennen van "I shot a man in Rebo, just to watch him die."
Zonder strijkers, zonder koortjes. Geen suiker.
Johnny Cash is terug.


Een half jaar eerder bezong Bob Dylan ook de dood van een Delia op zijn tweede akoestische roots-cd. Misschien wel het hoogtepunt van World Gone Wrong.

Bij hem klinkt het:

Delia was a gambling girl, gambled all around,
Delia was a gambling girl, she laid her money down.
All the friends I ever had are gone.




Een heel andere song.
Of toch niet?

Wie is Delia en waarom moest ze dood?

dinsdag 8 juli 2008

Bob Dylan - Real Live




Plannen en realiteit

Opgeladen door het geslaagde TV-optreden bij Letterman (zie Infidels) wil Bob Dylan, voor het eerst sinds bijna drie jaar terug op tournee - maar niet in Amerika. Hij is de slechte kritieken en de tegenvallende ticketverkoop van de religieuze tournees nog niet vergeten.
Zuid-Amerika ziet hij wel zitten. Een heel continent waar hij nog nooit is geweest.

In april 1984 beginnen de repetities, gewoon bij hem thuis in Point Dune, in Malibu. Zoals gewoonlijk experimenteert hij met verschillende muzikanten om de perfecte combinatie te ontdekken: Charlie Quintana en Ian Wallace als drummers, Tony Marsico, Greg Sutton, Tim Drummond en Greg Eyrich als bassisten en Nicky Hopkins en Benmont Tench op toetsen.
Enkel de gitarist staat vast: Mick Taylor. Hij was blijkbaar tevreden over diens inbreng bij de opnamen van Infidels. De ex-Rolling Stone gitarist brengt zijn goede vriend Colin Allen mee. Die heeft nog gedrumd bij Focus en rencenter bij de rëunie van de Bluesbreakers.

Maar na een paar weken wordt het duidelijk dat de plannen moeten worden gewijzigd. Volgens promotor Bill Graham is rondtrekken door het zuiden niet mogelijk – te chaotisch. In plaats daarvan stelt Graham voor, dat Dylan - voor het eerst in zijn carrière - alleen door Europa zou touren. Alle voorgaande keren heeft hij Europa aangedaan in het kader van een groter opzet: voor of na een Amerikaanse tournee. Graham heeft nog meer goede raad: hij adviseert om nog iemand mee te nemen. Een andere grote naam. Dat drukt de kosten en lokt grotere publieksaantallen. Het wordt Bob Dylan's eerste stadiumtournee.

De zanger zelf kan het dan eigenlijk al lang niets meer schelen. "Ik wou naar Zuid Amerika, maar dat scheen niet te gaan en dus deed ik deze tour maar... Er is geen speciale aanleiding voor...Ik wou eigenlijk naar Zuid Amerika... Maar op het laatst had ik me mentaal voorbereid om iets te doen en dus deed ik dit maar, omdat dat andere niet doorging."

Hij stelt Mick Taylor aan als leider en laat het volledig aan hem over om een band samen te stellen. Taylor kiest als drummer Colin Allen. Aan de toetsen had hij graag Nicky Hopkins gehad, maar wanneer die een piano vraagt, blijkt dat te duur. Ook Heartbreaker Benmont Tench blijkt niet beschikbaar. Faces toetsenist Ian MacLagan wordt dan maar ingeroepen. Bassist Gregg Sutton is de enige van de jonge kerels die overblijft van Dylan's keuze.
Voor het eerst in tien jaar wordt Dylan dus begeleid door een kleine band en zonder backingzangeressen.

Pas einde mei is de definitieve bezetting gekend. Veel tijd om te repeteren is er dan niet meer.
"Repeteren met Dylan heft sowieso geen zin," meent Ian MacLagan, "hij gooit er altijd nummers tussen die je nog nooit hebt gehoord. Dylan zei niet veel, maar zo is hij nu eenmaal."

Inderdaad, wanneer ze samen komen in het Beverley Theater in Los Angeles, weigert Dylan om instructies te geven. Hij laat alles over aan Mick Taylor. Maar die heeft geen idee wat er van hem wordt verlangd. Na afloop van de eerste repetitie stapt MacLagan naar Dylan toe en zegt hem: "Bedankt Bob, het is een eer om met jou te mogen werken." Bob mompelt terug: "Ik hoop dat je nog hetzelfde zegt eens de tour voorbij is."

Pas wanneer de tournee drie weken bezig is, durft Colin Allen het eindelijk aan om Bob Dylan te vragen hoe het nu eigenlijk zit met het einde van zijn songs. “We zaten in Rome in ons hotel… We zaten buiten en Bob was er bij, en ik zei: ‘Hey, Bob, als je zo naar mij kijkt op het einde van een nummer, wat bedoel je dan? Wil je dat ik er onmiddellijk een eind aan maak, of zo rap mogelijk of wacht tot de volgende tempoverandering? Hij antwoordt: ‘Wel, ik vindt dat we genoeg hebben gedaan met dat nummer en dat we er mee moeten stoppen als we ons daar goed bij voelen.’
Daar heeft een mens iets aan!"

"De ritmesectie was een vreemde combinatie," legt MacLagan uit: "Colin Allen speelde in de jaren zeventig bij Zoot Money, toen dingske er nog bij was, die van The Police [Andy Summers]. Dat was de laatste keer dat ik hem gezien had. Dat was vijftien jaar geleden. Greg Sutton kende ik niet. Maar de ritmesectie vond ik uitstekend. Een beetje rommelig misschien. Een extra gitarist was niet slecht geweest."

De splinternieuwe titels die Dylan uitprobeert tijdens de repetities duiken overigens later nooit meer terug op: 'Dirty Lies', 'Enough Is Enough' en 'Angel Of Rain (Almost Done)'.
Over dat laatste nummer zegt Ian MacLagan: "Er was een prachtige song die we een paar keer speelden. We hebben het nooit opgenomen en zelfs niet fatsoenlijk gerepeteerd. Het was een moeilijk nummer. We kenden de titel niet, maar we begonnen er een paar keer aan. Hij wou het ons niet leren."




Een slecht begin

Twee dagen later al vliegen ze naar Italië, waar op 28 mei het eerste van de 27 concerten zal plaatsvinden in de Arena di Verona.
Tijdens de allerlaatste repetitie, in het stadion zelf, weigert Dylan ook maar een van zijn eigen nummers te repeteren. Mick Taylor krijgt het op zijn zenuwen. Wanneer hij iets durft te operen over "onprofessioneel gedrag" wordt hij prompt ontslagen. De avond voor de aanvang van de tour!

Zelfs Bob Dylan ziet in dat het niet mogelijk is om korte termijn een vervanger te vinden. De volgende avond staat Mick dan ook netjes op het podium. Het mag niemand verwonderen dat dit misschien wel Dylan's slechtste concert ooit is. Er is geen setlist en de band weet niet welk nummer ze moeten spelen, in welke toonaard of wanneer ze moeten stoppen.

De volgende dag wordt inderhaast een persconferentie georganiseerd, in Villa Cortine in Sirmione. Graham laat een lijst ronddelen met nummers die Dylan "zou kunnen spelen". Op de lijst staan bijna louter “greatest hits” uit de jaren zestig. De jaren zeventig en tachtig lijken nooit te hebben plaatsgevonden. Er is haast geen religieus materiaal opgenomen in de lijst en slechts drie nummer van zijn meest recente cd, Infidels. Er staan ook drie nieuwe titels vermeld: 'Dirty Lies', 'Angel Of Rain' en 'Enough Is Enough'.
Enkel dat laatste wordt ook echt gespeeld. Negen keer zelfs. Maar Dylan slaagt er in elke keer een andere tekst te verzinnen!

Twee dagen later is er een tweede persconferentie in het Club-Haus van het St Pauli Stadium in Hamburg. Dylan ontkent dat de tour nostalgisch is omdat de klemtoon ligt op nummers uit de jaren zestig. "A Tale Of Two Cities is honderd jaar gelden geschreven. Is dat nostalgie? Gewoon weer zo'n stempel."

Op de tour wat op te peppen - de laatste hit van voorprogramma Santana is ook al tien jaar oud - heeft Bill Graham Joan Baez uitgenodigd om mee te komen spelen. Hij heeft haar verzekerd dat Dylan enkele duetten met haar wil brengen.
Bob weet echter van niks en heeft alles behalve zin in duetten met een ex van lang geleden. Wanneer hij die avond ‘I Shall Be Released’ inzet, stapt Joan naar hem toe om, zoals vroeger in één microfoon mee te zingen. Dylan ziet haar komen, stapt achteruit en gaat verder zingen in een andere microfoon.
Na vijf concerten ziet Joan Baez in dat zij niet echt is gewenst en stapt het terug af.


De ommezwaai

Met een vrije dag te overbruggen tussen twee concerten in het Sportpaleis Ahoy, in Rotterdam, schrijft onze favoriete neuzelaar totaal nieuwe teksten voor 'Tangled Up In Blue' en 'Simple Twist Of Fate'. Tegen Bill Flanagan zou hij zelfs onomwonden stellen dat hij de nieuwe lyrics beter vindt dan de originelen. "...Ik veranderde ze niet omdat ik ze stond te zingen en dacht "Oh, die oude woorden vervelen mij." Die oude waren nooit echt gepast. Ik herschreef ze in een hotelkamer ergens. Ik denk in Amsterdam...Toen ik ze de volgende avond zong wist ik dat het er boenk op zat."

Deze nieuwe versies vormen de hoogtepunten van de tour. Het tweede optreden in Rotterdam, op 6 juni is dan ook in niets meer te vergelijken met de eerste shows van de tour, amper een week eerder. De band is op mekaar ingespeeld en Dylan zelf zingt terug met de kracht en souplesse van vroeger. Een opgeluchte Mick Taylor verklaart later dat hij deze reeks concerten het hoogtepunt beschouwt van zijn carrière.

De wijziging komt precies op tijd voor het allereerste optreden van Bob Dylan in België. Op 7 juni 1984 staat hij in het Josaphat Park in Brussel.

Natuurlijk kon ik deze gelegenheid niet aan mij laten voorbij gaan. Net als 17 000 anderen had ik 750 of zelfs 850 Bef (voor de jongeren onder u: respectievelijk iets meer dan 19 of 21 euro) betaald voor mijn toegangsticket tot het vroegere Stade du Crossing. De regen had het veld in een modderpoel veranderd

Het concert begon met een soloset van Joan Baez die een tiental nummers bracht. Na de pauze speelde Santana dan een set van anderhalf uur. Daarvan herinner ik mij alleen dat het mateloos vervelend was. Eindeloze gitaarsolo's werden afgewisseld met al even langdradige percussiebreaks. Geeuw.

De pauzemuziek daarentegen was subliem. Een mengeling van country en blues: Hank Williams, Robert Johnson, Jimmie Rodgers… Ik heb geen idee of Dylan zelf die band had samengesteld of dat er een zeer geïnspireerde DJ op los was gelaten.

Na drie kwartier wachten doken Dylan en zijn begeleiders plots op. Ze trokken meteen van leer met een garage-band-achtige versie 'Highway 61 Revisited', gevolgd door 'Jokerman', 'All Along The Watchtower', 'Just Like A Woman'. Ook 'Maggie's Farm' was rommelig. Allemaal kregen ze een lang instrumentaal einde waarbij Taylor de toon aangaf. Dat was dan ook het enige instrument dat te onderscheiden was in de geluidsbrij.
Pas wanneer wat nieuwe nummers aan bod kwamen, kreeg het genie van dienst achter het mengpaneel eindelijk de klank min of meer in balans gekregen. 'I and I' en 'License To Kill' klonken haast als de studioversies. Maar net toen de zaak op dreef kwam was het tijd voor een pauze. Dylan wandelde het podium af en liet Gregg Sutton één nummer brengen met de band: 'I’ve Got To Use My Imagination'.

Daarna keerde Dylan alleen terug voor een akoestische set. Bij 'Mr. Tambourine Man' werden de aanstekers bovengehaald. Het "no no no" van 'It Ain't Me, Babe' werd massaal meegezongen.
Na 'It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)' werd de band er terug bij gehaald voor het laatste deel. Maar toen begon het ook te moteregenen. Een stevig 'It's All Over Now, Baby Blue' ging vooraf aan een ruwe rocker waarvan ik pas achteraf heb gelezen dat het 'Masters of War' zou zijn geweest. Zo onherkenbaar was het akoestisch folknummer getransformeerd. De slechte klankkwaliteit was er natuurlijk ook niet vreemd aan.
'Ballad Of A Thin Man' werd gevolgd door de nieuwe versie van 'Simple Twist Of Fate'.
'Every Grain Of Sand' vormde een dramatische climax, gevolgd door 'Like A Rolling Stone', compleet met een introductie van de band. Dat was ook zowat het enige wat Bob Dylan die avond zei.

Voor de bissen speelde Dylan weer eerst een akoestische solo-set van twee nummers: 'Tangled Up In Blue' leek pure improvisatie en 'Girl From The North Country' was een onverhoopt hoogtepunt.
Voor de afsluiters kwam Carlos Santana de band bijstaan: 'Love Minus Zero - No Limit', een erg sterk 'Tombstone Blues' en tenslotte een cover van het Willy Nelson nummer 'Why Do I Have To Choose'.
We kregen zeker waar voor ons geld. Dylan en zijn band speelden bijna twee uur en een kwart.


Spanje, Frankrijk en Engeland

Er zijn mensen die van zowat elk optreden van de man uit Duluth, Minnesota een opname hebben verzameld. Volgens die kenners gaf Bob Dylan, op 23 juni 1984, één van de beste concerten uit zijn carrière. Dat gebeurde in het Minestadio F. C in Barcelona. Hij zong er met veel gevoel een twee en een half uur durende show. Hij ging zelfs in op een verzoek van het publiek om 'Senor' te spelen. Het nummer was totaal onvoorbereid, zodat Dylan zelfs eerst de akkoorden moest tonen aan Mick Taylor. Het publiek ging compleet uit de bol.

Op 1 juli staan ze voor 100 000 toeschouwers in het Parc de Sceaux, in Parijs. De Franse zanger Hughes Aufrey komt gitaar meespelen en meezingen op 'The Times Are A-Changin''.

Die avond heeft Dylan nog een andere gast. De Franse schilderes Claude-Angèle Boni slaagt erin in zijn bed te belanden. Ze leerden mekaar drie jaar eerder kennen tijdens de Europese zomertournee van 1981. Toen raakte ze ook al op zijn hotelkamer waar ze portretten van mekaar tekenden.
Op 17 juni had ze hem even backstage kunnen begroten voor het concert in Nice. Tot haar grote verassing droeg hij die avond 'Just Like A Woman' aan haar op.
Maar wanneer Boni de volgende ochtend aan Bob vraagt of ze mee kan reizen naar Grenoble, laat hij haar weten dat ze dat op eigen kosten kan doen.

In Grenoble komt Van Morrison overigens meedoen op 'It's All Over Now, Baby Blue'.

De zes wekende durende tournee wordt afgerond met een reeks optredens in Engeland. Die worden opgenomen voor een liveplaat. Jammer genoeg is het hoogtepunt tegen dan al voorbij. Op 5 juli staan ze in Newcastle. Twee dagen later spelen ze in het Wembley stadium voor 80 000 mensen. Voor de gelegenheid komt Eric Clapton meedoen bij 'Leopard-Skin Pill-Box Hat', Chrissie Hynde probeert achtergrondzang te verzorgen voor de bisnummers en Van Morrison zingt opnieuw mee bij 'It's All Over Now, Baby Blue'.

De tour wordt een dag later afgesloten met een show aan het Slane kasteel in Ierland. U2 doet een verassing optreden.
Bono moest er toch zijn. Het Ierse muziekblad Hot Press had hem gestuurd om er een interview op te nemen met Dylan. Tijdens het gesprek geeft Dylan toe dat hij er soms plezier in heeft "om mensen af te zeiken" en dat het schrijven van de gospelsongs op Slow Train Coming hem "schrik had aangejaagd". Maar wanneer hij Paul Brady ziet voorbijkomen breekt hij plots het interview af om met de folkzanger een praatje te gaan slaan.

En ook hier zijn er weer een aantal gasten: Van Morrison zingt en speelt mee op - u raade het al - 'It's All Over Now, Baby Blue' en 'Tupelo Honey', Bono Vox en Leslie Dowdell zingen mee bij 'Leopard-Skin Pill-Box Hat' en 'Blowin' In The Wind' en Steve Wickham speelt viool op 'Leopard-Skin Pill-Box Hat'.


Real Live

Jammer genoeg heeft Dylan geen lessen getrokken uit het verleden. Net als bij Before The Flood liet hij de laatste drie concerten van de tournee opnemen. In 1984, net als tien jaar eerder was de fut er tegen dan uit en het hoogtepunt gepasseerd. De banden van de optredens in Newcastle, Londen en Slane geven dan ook geen goed beeld van waartoe de zanger en zijn band in staat waren tijdens zijn enige periode “on the road” tussen november ’81 en februari ’86.

In de herfst wordt aan Glyn Johns (producer van onder andere The Beatles en the Eagles, maar ook de vader van Ethan Johns) gevraagd om uit de opnamen een live-plaat te selecteren.

Het resultaat ligt netjes op tijd in de winkel voor de Kerstaankopen: 3 december 1984

Real Live - wat een titel - is samengesteld uit de opnamen van Newcastle, London en Slane Castle. Er staat geen enkel nieuw nummer op, maar wel een grondig herwerkte versie van 'Tangled Up In Blue', waarvan Dylan later verklaard dat dit voor hem de definitieve versie is. Merkwaardig is de enthousiast meegezongen versie van 'It Ain't Me Babe'. Gelukkig is er ook plaats ingeruimd voor twee meer recente nummers: 'I and I' en 'License To Kill'.

De recensenten reageren teleurgesteld en het publiek is ook niet enthousiast: in de Billboard-albumlijst komt de plaat niet verder dan 115. In Engeland blijft Real Live op 54 steken.

Toch is de plaat lang niet zo slecht als soms wel eens wordt beweerd. Vooral 'Highway 61 Revisited ' en 'Maggie's Farm' rocken stevig.






Bob Dylan en band tijdens de repetities in het Beverly Theatre, Los Angeles. Van links naar rechts: Colin Allen, Ian MacLagan, Greg Sutton & Mick Taylor



License To Kill

maandag 7 juli 2008

Two Daughters And A Beautiful Wife





Two Daughters and a Beautiful Wife

When he reached the gates of heaven
He didn't understand
He knew that folks were coming over
Or was it all a dream?
Was it all a crazy dream?

He saw them playing there before him
What were they doing there?
It felt like home, It must be alright
Or is it just a dream?
Is it just a crazy dream?

Memories replay before him
All the tiny moments of his life
Laying round in bed on a Saturday morning
Two daughters and a wife
Two daughters and a beautiful wife

Meanwhile on Earth his friends came over
Shocked and horrified
Dolls and flowers at the storefront
Everybody cried
Everybody cried and cried

Is there vengeance up in heaven?
Are those things left behind?
Maybe everyday is Saturday morning
Two daughters and a wife
Two daughters and a beautiful wife
Two daughters and a beautiful wife

Patterson Hood - December 19, 2006
For The Harvey Family, Richmond VA


'Two Daughters and a Beautiful Wife' is het openingsnummer van Brighter Than Creations Dark, de meest recente cd van de Drive-By Truckers.

In de song arriveert een man in de hemel. Zijn gezin is er ook. Hij beseft niet goed wat er is gebeurd. Langzaam komen de herinneringen terug. Enkel fijne dingen, zoals in bed liggen op zaterdagmorgen met zijn twee dochtertjes en zijn mooie vrouw.
Ondertussen wordt er op aarde gerouwd. Zijn vrienden gruwen van wat er is gebeurd. Maar misschien, hoopt Patterson Hood, blijven er in de hemel enkel de fijne dingen.

De auteur, Patterson Hood, heeft het nummer opgedragen aan "The Harvey Family, Richmond VA".


Wie zijn de Harveys?

Bryan Harvey was een Amerikaanse muzikant, uit Richmond, Virginia. Hij genoot enige bekendheid als frontman van de Indie groep House of Freaks. Harvey liet zich begin jaren tachtig opmerken als zanger en gitarist in de power pop band The Dads. De band was vooral populair in het circuit van de universiteitssteden aan de Oostkust. In 1984 brachten ze hun enige LP uit. Maar het succes bleef uit.

In 1986 richtte hij daarom, samen stadsgenoot Johnny Hott, de tweemansband House Of Freaks op. De inspiratie voor de naam vonden ze bij een oude circusposter. Ze trokken naar Los Angeles waar ze een contract versierden bij Rhino Records.
De twee cd's die ze voor het label maakten zijn allebei zeer de moeite zijn. Monkey On A Chain Gang uit 1988 bracht een mengeling van kale blues en folk-rock, maar de opvolger Tantilla, van een jaar later, staat bol van de pure pop. REM gehalveerd tot de essentie, met hier en daar een vleugje Lennon: een basloze tweemansgroep lang voor The White Stripes.
En ook de teksten hebben met onderwerpen als religie, schuld, de Burgeroorlogen familiewaarden hun wortels in de Southern Gothic.

Sometimes when I lie awake at nightI can see my death acted out on a stageOh yeah, am I the coward or the heroWhere will I be when I got 10 more minutes to live
Mmm, will I be shaking like a dogMmm, or hiding behind a treeWith bullets overheadWith bullets whizzing ‘round, around, around, around
(Ten More Minutes To Live - van Tantilla)

De overstap naar een groter label bracht niet de verhoopte doorbraak. Integendeel: Cakewalk haalde lang niet het niveau van de voorgangers.

Tegen het einde van de jaren tachtig was de fut uit de Paisley Underground beweging. Groepen als The Dream Syndicate en The Long Ryders legden er het bijltje bij neer. Steve Wynn, de frontman van die eerste groep kwam een paar dagen logeren bij Harvey thuis om samen wat nummers te schrijven. Dat lukte zo aardig dat ze besloten een nieuwe groep te vormen: Gutterball. Long Ryder Stephen McCarthy kwam er bij, plus een bassist. Na amper vier optrdens werd het vijftal opgemerkt door Elektra. Daarvoor maakten ze twee cd's.
Toch bleef House Of Freaks ondertussen gewoon verdergaan. Dikwijls zelfs als voorprogramma van Gutterball.

Beide groepen gingen kort na elkaar over kop in 1995. Hott ging drummen bij onder andere Sparklehorse en Cracker, terwijl Harvey zich toelegde op een (nooit uitgebrachte) solo cd. Hij was het nomaden leven wat beu, keerde terug naar Richmond en werd leraar in de plaatselijke school. Daarnaast bleef hij sporadisch optreden bij de band NrG Krysys.

Maar zijn gezin kwam op de eerste plaats. Met zijn vrouw Kathryn, uitbaatster van de plaatselijke speelgoedwinkel World of Mirth, had hij zich gesetteld in Woodland Heights, een keurige woonwijk in het zuiden van de stad Richmond.
Voor de fans van Desperate Housewives: Kathryn was de haf-zus van de acteur Steven Culp, die Rex Van De Kamp speelt in de serie.
In 1997 was Kathryn bevallen van hun eerste dochtertje Stella. Vijf jaar later werd het gezin uitgebreid met een tweede meisje: Ruby.


Het drama

Kort na de middag van 1 januari 2006 arriveerde Johnny Hott bij het huis van de Harveys. Hij was met zijn dochtertje naar het huis van zijn vriend gereden om er samen nieuwjaar te gaan vieren. Een beetje laat misschien, maar Bryan had op oudejaar een optreden met NrG Krysys in het Doubletree Hotel bij Richmond International Airport.
Johnny zou de familie helpen bij de voorbereidingen, terwijl de andere gasten wat later werden verwacht.

De voordeur bleek niet gesloten. Zodra hij die opende kwam hem een rookwolk tegemoet. "Ik riep, maar niemand antwoordde," verklaarde Hott achteraf. "Dus dacht ik dat ze misschien een wandelingetje aan het maken waren."
Hij liep de keuken in, waar hij merkte dat er nog niets klaarstond voor het feestje. Hij liep het huis terug uit en riep naar een buurman dat die de brandweer moest bellen.

De brandweer arriveerde al enkele minuten later, om 13:46. Het huis was toen gevuld met zwarte rook, komende uit de living in de kelderverdieping. De zichtbaarheid was "nul en de hitte enorm".
Na enkele minuten konden de brandweerlui de lichamen van Kathryn (39) en Ruby (4) naar buiten brengen. Daar stelden ze vast dat de lichamen "toegetakeld" waren en dat hun voeten vastgebonden waren.
De brandweer besloot verdere reddingspogingen te staken en de politie er bij te roepen.

Inspecteur Dwyer van het Richmond Police Department vond Stella (9) onder een donsdeken met "de handen op de rug gebonden en de mond afgeplakt." Bryan (49) tenslotte lag op de grond met oranje elektriciteitsdraad om polsen en voeten gewikkeld. "Om zijn hoofd zat gesmolten plakband en hij had een grote wonde in de nek."

Uit de autopsie bleek dat Bryan acht messteken in zijn nek en onder zijn kin had. Hoewel deze wonden “[zeer pijnlijk zijn,” waren ze niet meteen fataal. Zijn mond was dichtgeplakt. Hij vertoonde zes slagwonden op zijn hoofd en linkerslaap, allemaal toegediend met een hamer. Verder had hij verscheidene derdegraadsbrandwonden.

Ik bespaar u de verdere details maar ook Kathryn en de kinderen waren op dezelfde manier mishandeld en vermoord.

De moordwapens werden op de plaats van de misdaad aangetroffen: een keukenmes en twee hamers.

Enkele uren later stelden de autoriteiten de verontruste buren gerust. Er was geen reden om aan te nemen dat er nog meer moorden zouden volgen. Er was blijkbaar niets uit het huis verdwenen en de moordenaar had zijn de sporen willen uitwissen door brand te stichten.
Mogelijk betrof het een afrekening wegens onbetaalde drugschulden. Muzikanten, nietwaar.


Nog overvallen

Maar twee dagen later werd een koppel in het nabijgelegen Chesterfield overvallen door twee mannen en een vrouw. Die hadden aangebeld om de weg te vragen. Eens binnen hadden ze de mensen bedreigd en een computer, TV en wat geld meegenomen. Ze hadden de mensen ook willen vastbinden, maar de man kon hen overtuigen daar van af te zien omdat zijn vrouw zwaar gehandicapt was.

De man wist nog te melden dat de overvallers zich verplaatsten in een oude witte Chevrolet bestelwagen.
Eenzelfde wagen was ook opgemerkt was in de buurt van het huis van de Harveys.


Arrestaties

Nog eens drie dagen, op 6 januari, kreeg de politie opnieuw een oproep van een inwoner uit Chesterfield. De vrouw was bezorgd over een vriendin van haar dochter: ene Ashley Baskerville. Ze dacht dat twee mannen, Ray Dandridge en zijn nonkel Ricky Gray, respectievelijk vriend en ex-vriend van Ashley, wel eens iets met de moorden zouden te maken kunnen hebben.
De politie vond genoeg aanwijzingen die de verdenkingen bevestigden. Daarom werd beslist om het huis van de stiefvader van Ashley te bestormen.

Binnen troffen ze drie lichamen aan: de stiefvader een moeder van Ashley, plus het meisje zelf. Allemaal waren ze vastgebonden en gestikt door de plakband waarmee hun gezicht was afgeplakt. De kelen van de ouders waren bovendien doorgesneden en Ashley had een plastieken zak over het hoofd gekregen, die ook nog eens was dichtgeplakt.
Ricky Gray was nog in het huis. Hij had zich verstopt in de kelder.

De volgende ochtend vroeg werd Ray Dandridge in het huis van zijn stiefvader, in Philadelphia, van het bed gelicht.


Bekentenissen

Dandridge gaf al snel toe betrokken te zijn geweest bij de beide moordpartijen.
Zijn kompaan, Ricky Gray, bleef aanvankelijk ontkennen, maar toen hij hoorde dat zijn neef ook was opgepakt wilde hij zijn versie van het verhaal uit de doeken doen.
Uitgebreid beschreef hij hoe ze te werk waren gegaan bij hun activiteiten.

Tijdens de ochtend van die nieuwjaarsdag waren Gray, zijn neef Ray Dandridge en diens vriendin in Gray’ busje door de straten van Richmond gaan rijden "op zoek naar een huis om te beroven". Bij de Harvey's zagen ze een deur open staan. Ze drongen binnen en brachten Kathryn, Bryan en Ruby samen in de kelder. Stella was niet thuis. Die was bij een vriendinnetje blijven slapen.

Gray verzekerde de familieleden dat hij en Dandridge snel weer weg zouden gaan als ze wat spullen hadden gevonden om mee te nemen. Ondertussen begon hij Bryan en Kathryn vast te binden met wat elektriciteitskabel.

Op dat moment hoorden ze boven lawaai. Kiersten Perkinson was met haar dochtertje aangekomen om Stella thuis te brengen.
Kathryn legde aan Gray uit dat haar dochtertje thuis gebracht werd van een pyamafeestje. Gray gebood haar om het kind ook beneden te brengen. Mevrouw Perkinson hoorde Kathryn de trap oplopen. "Ze zag er bleek uit: asgrijs." Stella liep meteen naar beneden maar Kathryn verhinderde de bezoekers ook naar de living af te dalen. Zij verklaarde zich misselijk te voelen. Moeder en dochter drongen niet verder aan en verlieten het huis.

Beneden bond Gray iedereen vast en plakte hun mond af. Hij verzekerde hen nog eens dat er niets zou gebeuren. Ondertussen begon Dandridge wat spullen bijeen te zoeken. Kathryn probeerde haar huilende kinderen te troosten en vertelde Gray dat hij moxcht pakken wat hij wou.
Plots pakte Gray een mes en stak eerst Kathryn en daarna de kinderen in de keel.

"Het was een smerig zicht. Hoe kan ik uitleggen wat er is gebeurd? Ik begon met hun kelen over te snijden, maar ze bleven maar rechtkruipen en ik kreeg schrik. Ik herinner mij dat ik een hamer zag en dan… Ik sloeg ze allemaal met de hamer. Ik weet alleen dat niemand meer bewoog toen ik weg ging."

Voor ze weggingen goot Gray twee wijnfleseen leeg over een schildersezel en stak die in brand.
De buit was mager: Bryan’s trouwring, een PC, een koekjesschotel en een mandje.

"Ik denk niet dat 'sorry' zal volstaan," gaf hij tenslotte toe. "Het was allemaal niet nodig geweest."


Geen doetjes

Uit verder onderzoek bleek Gray ook nog zijn eigen vrouw, Treva, te hebben vermoord.
Daarmee was het eigenlijk allemaal begonnen.

Op 5 november 2005 had een jogger een zwaar toegetakelde vrouwenlijk gevonden in Washington, Pennsylvania. Ze werd al snel geïdentificeerd als de 35 jarige Treva Terrell Gray. Onmiddellijk werd haar man, Ricky Javon Gray (28), verdacht. Ze waren pas zes maanden getrouwd.
Sinds kort was Ricky's neef Ray Joseph Dandridge bij het koppel ingetrokken. Hij was op 26 oktober vrijgelaten uit de gevangenis waar hij een straf van 10 jaar uitzat voor gewapende overval. Ricky had trouwens zelf ook een gerechtelijk verleden.
Het huwelijk verliep niet vlekkenloos. Er was voortdurend ruzie en volgens zijn schoonouders was Ricky's onderarm opengekrabd de dag dat het lijk werd gevonden. De neven werden even door de politie ondervraagd, maar al snel buiten verdenking gesteld. Volgens de politie was de vrouw mogelijk overleden aan een overdosis. De autoriteiten vonden het zelfs niet nodig om een autopsie te laten uitvoeren.

Nu echter gaf Gray toe zijn vrouw te hebben vermoord, terwijl Dandridge haar in bedwang hield.

De familie van het meisje zetten Dandridge enkele dagen later uit hun huis. Enkele dagen voor Kerstmis ging Gray zijn neef opzoeken in Arlington, Virginia. Die had net een paar dagen eerder een vrouw van 37 overvallen in haar huis. Hij had haar opgehangen met een elektriciteitskabel en daarna het huis in brand gestoken.
Ze hadden de smaak blijkbaar te pakken, want op 31 december overvielen ze samen een 26 jarige man. Hij werd zwaar toegetakeld en kreeg verschillende messteken.

Toen ze de volgende keer toesloegen, bij de Harvey's was ook Dandridge's vriendin betrokken bij hun overvallen. Ashley Baskerville bleef op de uitkijk staan terwijl de twee het huis binnendrongen.
Om niet verdacht te worden was ze akkoord gegaan om te worden vastgebonden bij de volgende overval, op haar moeder en stiefvader. Maar "de dingen liepen gewoon uit de hand," gaf Dandridge toe: "[Gray] was haar moe. Hij besloot het meisje te vermoorden en de auto van haar ouders te pikken."


Veroordeeld

Op 9 februari 2006 werden de beide kerels in beschuldiging gesteld. Ricky Gray voor de moord op de familie Harvey en Ray Dandridge voor de andere moorden.

In de herfst werden beide kompanen schuldig bevonden. Ondanks eerdere bekentenissen pleitte Gray onschuldig. Zijn advocaat wees op zijn moeilijke jeugd, waarbij hij jarenlang werd misbruikt door zijn half-broer.
Ricky Gray werd ter dood veroordeeld, terwijl Dandridge levenslang kreeg, zonder kans op in vrijheidstelling.


'Two Daughters and a Beautiful Wife'

Op de website van de Drive-by Truckes legt de auteur, Patterson Hood, uit dat hij "'Two Daughters and a Beautiful Wife' schreef "in een poging om rust te vinden bij een onuitspreekbare tragedie die zovelen rondom mij diep heeft aangegrepen. De song is geïnspireerd op de brutale moorden op de familie Harvey in Richmond, Va. We kenden hen en ze waren goed bevriend met goede vrienden van ons. Het werd geschreven in een poging om vrede te krijgen met de zaak in mijn eigen hoofd.
Ik hoopte wat hulp te bieden bij het verwerken door een mooi nummer te schrijven dat de klemtoon legt op de positieve waarden van liefde en familie. Ik wist dat dit het openingsnummer zou worden, nog terwijl ik het schreef."