vrijdag 19 september 2008

Nick Drake postuum



NICK DRAKE POSTUUM


Volgend jaar zal het 35 jaar geleden zijn dat de Britse singer-songwriter overleed. Toch is de man, die tijdens zijn leven nog geen vijftienduizend platen heeft verkocht, populairder dan ooit. Er gaat geen maand voorbij of in de een of andere recensie van een singer-songwriter wordt verwezen of gerefereerd naar het werk van Nick Drake. Denk maar aan Beck, Elliott Smith, Damian Rice, David Gray of Kings Of Convenience.

Daar zijn een aantal redenen voor.

In de eerste plaats is er natuurlijk Nick Drake zelf: zijn warme stem, zijn uitzonderlijk mooie en vloeiende gitaarspel en de prachtige composities die hij schreef. Komt daarbij zijn tragische dood op jonge leeftijd. Mensen houden ervan wanneer hun helden jong sterven.

Een niet te verwaarlozen factor is ook het talent en de aandacht van de mensen die hem hielpen om zijn platen te maken. Vergelijk zijn platen maar eens met die van gelijkaardige artiesten die in diezelfde periode werden opgenomen: Roy Harper bijvoorbeeld. Verantwoordelijk daarvoor is geluidstechnicus John Wood, maar ook producer Joe Boyd en arrangeur Robert Kirby.

Het was ook Joe Boyd die er voor zorgde dat zijn platen steeds verkrijgbaar bleven. Toen hij in 1972 zijn Witchseason Productions verkocht aan Island records, was dat een van de voorwaarden die hij stelde. Chris Blackwell hield zich daaraan. Toen die op zijn beurt zijn platenmaatschappij verkocht aan PolyGram stipuleerde ook hij dat hij persoonlijk zijn goedkeuring moest geven welke platen mochten worden geschrapt uit de catalogus.
Daardoor bleef de interesse in Nick Drake toenemen. Telkens iemand als Paul Weller, Peter Buck van REM, of Kate Bush zijn naam liet vallen in een interview had de lezer de kans om een plaat van de zanger te gaan kopen.
"Eens je overtuigd bent laat zijn muziek je nooit meer los," meent Joe Boyd. "En mensen die hem ontdekt hebben vertellen weer anderen over hem. Er is nooit veel promotie geweest - een beetje wel - maar nooit een echte campagne lijk voor een nieuwe artiest of zo. Ik denk dat, over het algemeen, er ieder jaar meer van zijn platen worden verkocht."


Naast de drie platen die tijdens zijn leven verschenen zijn er een tiental heruitgaven en compilaties verschenen. Soms met onuitgebracht materiaal of met een verbeterde kwaliteit.
En precies over die postume releases vindt u hier een overzicht.

De basis zijn dus de drie LP's die Nick Drake opname tussen 1968 en 1971.

Zijn debuut, Five Leaves Left, verscheen in juli 1969. Met het debuut van Leonard Cohen als voorbeeld experimenteert Boyd met steeds wisselende bezettingen van twee tot drie gastmuzikanten. De akoestische bas van Pentangle bassist Danny Thompson is een constante. Daarnaast zijn er bijdragen van Fairport Covention gitarist Richard Thompson, de Amerikaanse jazzpianist Paul Harris of celliste Clare Lowther.

Voor de tweede plaat koos Boyd een andere aanpak. Nick weet de tegenvallende verkoop aan het pastorale geluid. De sound werd wat lichter en meer jazzy door de toevoeging van een ritmesectie en blazers. "Het was wat meer pop," geeft Boyd toe, "Ik zag het als wat commerciëler."
'Northern Song' klinkt zelfs als een gemiste hitsingle.
Bryter Layter verscheen in november 1970. Maar opnieuw bleef het verwachte success uit.

Daarom wou Nick voor zijn derde LP geen inbreng meer van andere muzikanten. Pink Moon nam hij helemaal solo op, enkel met de hulp van de geluidstechnicus John Wood, tijdens twee nachtelijke sessies in oktober 1971. Je hoort alleen maar Nick Drake: zijn stem en zijn gitaar. Er is slechts één overdub: een piano op het titelnummer, ook door hem bespeeld.

Nadat ook die plaat onopgemerkt was gebleven, zakte de jongeman weg in een diepe depressie. Hij ging terug bij zijn ouders wonen en zocht met niemand nog contact.

Op 25 november 1974 overleed Nick Drake aan een overdosis slaappillen. Hij was amper 26 jaar oud.


Fruit Tree - versie 1

Vijf jaar na zijn dood, vond Joe Boyd dat de reputatie van de singer-songwriter zo was gegroeid dat er genoeg belangstelling moest bestaan voor een heruitgave van zijn werk. Zeer ongewoon voor die tijd was dat er werd gekozen voor een box set met daarin het complete oeuvre.

Fruit Tree verscheen in maart 1979, bij Island Records. Bij de box zat naast de drie vinylplaten ook een uitgebreid boekje met een uitstekende biografie door Arthur Lubow, de teksten van alle songs, plus wat foto’s.

Interessant was dat er vier nieuwe songs waren opgedoken.

Toen Boyd begin 1974 terug was gekeerd naar Londen had hij had Nick Drake hem gecontacteerd. Boyd dacht dat een nieuwe plaat hem misschien uit zijn isolement zou kunnen halen en stelde daarom voor om terug wat te gaan opnemen. Tijdens een eerste sessie in maart 1974 namen Drake en Wood enkel wat backing tracks op. Bij een tweede sessie in juni, in aanwezigheid van Boyd, voegde hij daar zang aan toe. Niemand weet of hij er plots genoeg van had, of simpelweg geen songs meer over had, maar er kwam nooit meer een vervolg.

Van het handjevol songs dateerden er twee (minstens gedeeltelijk) uit 1969: 'Black Eyed Dog' en 'Voice From A Mountain'. Dat eerste nummer had net zo goed van Robert johnson kunnen zijn: "A black eyed dog he called at my door / The black eyed dog he called for more".
De andere twee zijn: 'Rider On The Wheel' en 'Hanging On A Star'.
Niet alle songs zijn even sterk, maar wel geven ze een beeld van zijn gemoedstoestand.
De vier nummers werden snel even gemixt op een 7" mono beluister tape en, ondanks het protest van John Wood, aan kant twee van Pink Moon toegevoegd.

De set verkocht tamelijk goed, maar de productie werd na vier stopgezet.




Heaven In A Wild Flower

In plaats daarvan werd, in mei 1985, voor het eerst een compilatie uitgebracht van het werk van Nick Drake: Heaven In A Wild Flower: An Exploration of Nick Drake. De titel is een regel uit het gedicht Auguries of Innocence van William Blake.
Samensteller van dienst, Trevor Dann, producer van het invloedrijke BBC tv-programma The Old Grey Whistle Test, maakt een mooie keuze uit de nummers van de drie LP's.

Dit was mijn eerste kennismaking met het werk van Nick Drake. De beknopte biografie van ene Ian Cranna op de achterzijde lichtte een tipje van de sluier over het leven van de man achter de mooie, droeve liedjes.
Het was jarenlang de enige literatuur die er over hem te vinden was. De biografie van Patrick Humpreys verscheen pas 12 jaar later. En de tweede biografie, Darker Than The Deepest Sea, van diezelfde Trevor Dann volgde pas begin 2007.
Daarnaast is er ook nog een lang artikel van Ian MacDonald, dat in januari 2000 verscheen in Mojo onder de titel Nick Drake: Exiled From Heaven.




Fruit Tree - versie 2 en Time of No Reply

In de zomer van 1985 doorzochten Joe Boyd, Trevor Lucas en Frank Kornelussen de Island archieven in Cropredy. Trevor Lucas is de ex-man van Sandy en medemuzikant bij een aantal van haar LP’s.
Frank Kornelussen is hoofdredacteur van het Richard Thompson fanzine Flypaper.
De bedoeling was een Sandy Denny box set samen te stellen. Maar tijdens hun zoektocht stoten ze op een aantal ongebruikte opnamen van Nick Drake.

“Terwijl we de banden doorzochten in de Island archieven, vonden Joe Boyd en ik de originele master banden van de meeste van Nick’s sessies” vertelt Frank Kornelussen.
“[Frank] was diegene die maar bleef rondneuzen en zeggen, 'Laat ons alles doorzoeken'.” meent Joe Boyd. “We waren in de studio waar we wat banden van Sandy beluisterden, nota’s maakten en ruwe mixen en kopieën. Frank kwam binnen en zei ’Wat is dit? Kijk hier eens...' En het waren vier tracks van Nick Drake met 'Untitled' of 'Song No.1' en ik zei, 'Ik weet niet wat het is'. En dat was dan 'I Was Made To Love Magic' of 'Mayfair' of zo iets.”

Alles bij elkaar vinden ze vijf outtakes van de Five Leaves Left sessies. Vier daarvan zijn nooit gearrangeerd of overdubd. Ze zijn puur Nick, dikwijls op band gezet in één of twee takes. Om de een of andere reden besloot Nick er niet verder aan te werken. Waarschijnlijk schreef hij voortdurend nieuwe nummers, terwijl de sessies verspreid over verschillende maanden vorderden. Door de solo uitvoering lijkt het wel alsof het Pink Moon outtakes zijn.
De songs zijn 'Man In A Shed' en 'Mayfair' van 10 oktober 1968, 'Joey' en 'Clothes Of Sand' van 11 november 1968 en tenslotte 'Time Of No Reply' van 20 december 1968.

Daarnaast zijn er ook drie nummers die werden opgenomen met een orkest in arrangementen van Richard Hewson. 'I Was Made To Love Magic', 'Thoughts Of Mary Jane' en 'Day Is Done'. Nick had de arrangementen afgekeurd. Hij meende dat zijn schoolvriend Robert Kirby het beter kon. Bij gebrek aan een beter voorstel besloot Boyd hem een kans te geven en tot zijn verbazing pakte de samenwerking prachtig uit.
Terwijl de laatste twee nummers opnieuw werden opgenomen, is dit de enige versie van 'I Was Made To Love Magic'.


Maar een stuk of acht "nieuwe" songs is wat weinig om uit te brengen. Joe Boyd heeft wel nog een cassette met songs die Nick thuis heeft opgenomen, in Tanworth-In-Arden. Deze "Work in progress tape", dateert vooral uit einde 1967, begin 1968 - de aanloop naar zijn eerste plaat:

Nick nam vaak nummers op band op, toen hij nog thuis woonde. Zijn favoriete plaats om te oefenen was een oranje leunstoel, waarin hij uren zat te spelen en te componeren. Hij werkte liefst ’s nachts. Dikwijls, wanneer hij aan iets aan het werken was, ging hij helemaal niet slapen. "Ik hoorde hem dan de hele nacht rondlopen,’ vertelde zijn moeder Molly "Hij leed aan slapeloosheid. Ik denk dat hij zijn mooiste melodieën in de vroege ochtenduren schreef.”

"[In de jaren na zijn dood] begonnen mensen pelgrimstochten te maken naar het huis van zijn ouders," legt Joe Boyd uit."Nick’s vader was altijd zot geweest van experimenteren met de bandopnemer en dus gaf hij soms een cassette mee, met een compilatie van spullen die Nick had achtergelaten."
De geluidskwaliteit is niet optimaal, maar de inhoud is onthullend.

Op kant 1 staan zes originele nummers van Nick: ‘Princess of the Sand’ (of 'Strange Meeting II), ‘A Season’ (ook gekend als 'Strange Meeting I' of 'Bird Flew By'), ‘To the Garden’, ‘Joey’, ‘(My Love Left With The) Rain’ en ‘Blossom’.
Kant 2 bestaat grotendeels uit covers: een aantal traditionals en verder een nummers van tijdgenoten als Bob Dylan, Jackson C. Frank en Bert Jansch.
De cassette sluit af met een stukje monoloog waarop Nick zijn bedenkingen verwoord over een paar onderwerpen: interessante mensen; de late uren; dronken rijden; leugens, waarheid en pijn; het ochtendlicht; enz..

Joe Boyd had al jaren een kopie van de cassette, maar vond de kwaliteit te zwak, met veel “wow and flutter and static.”
Maar wanneer hij de originele band meenam naar Londen en hem daar afspeelde op professionele apparatuur bleek veel van de verstoring aan de kopie te wijten. De kwaliteit van de stem en het gitaarspel kwamen weer boven.

Ondanks zijn eerdere bezwaren besloot Boyd dat er toch spullen bij waren die de moeite waard zijn om uit te brengen - eens ze digitaal zijn gezuiverd. Drie songs worden geselecteerd: de eigen composities ‘Joey’ en een vroege versie van 'Fly' (van een andere band, uit 1969), plus ‘Smoking Too Long’ waarvan de auteur dan nog onbekend is.


Ook de vier nummers songs uit 1974 worden terug van Pink Moon gehaald. Alles samen voldoende voor een "vierde plaat": Time of No Reply. Op twee na zijn alle songs de pure Nick Drake: alleen gitaar en zang.

In augustus 1986 verschijnt de nieuwe versie van de Fruit Tree box op Hannibal, het nieuwe label van Joe Boyd. In de box zitten de drie oorspronkelijke platen - deze keer opnieuw in hun oorspronkelijke hoezen, het Fruit Tree boekje, plus Time Of No Reply.


Dat jaar bestaat de platenmaatschappij Island Records 25 jaar - een mooie gelegenheid om een flink stuk van de catalogus uit te brengen op cd. Op uitdrukkelijk verzoek van de grote baas, Chris Blackwell, krijgen de platen van Nick Drake en Sandy Denny ook de eer de overgang te maken naar het digitale tijdperk. Omdat er echter per maand maar zo'n twintig platen van die mensen worden verkocht, kan er niet veel geld aan worden besteedt. Daarom worden de EQd master tapes gewoon overgezet op cd.

Time of No Reply volgt in maart 1987 als afzonderlijk cd. Het gebrek aan budget is duidelijk af te lezen aan het hoesje: er is zelfs sprake van kant 1 en kant 2.






Way To Blue

In de jaren negentig wordt Island Records opgekocht door PolyGram. Gelukkig behoudt Chris Blackwell het veto over welke titels er van zijn vroeger catalogus mogen worden geschrapt. Terwijl het werk van artiesten als Tim Buckley of Fred Neil nergens meer te verkrijgen is, blijven de platen van Nick Drake daardoor steeds beschikbaar voor de potentiële kopers.

Joe Boyd had altijd al een afkeer gehad van de compilatie Heaven In A Wild Flower. Hij stelt voor een nieuwe compilatie te maken, speciaal voor cd. Dat wordt Way To Blue, uitgebracht in oktober 1994. Daarop staan zestien songs, veelal geselecteerd uit de drie officiële platen, maar met ook enkele tracks uit Time Of No Reply.


Remasters

Omdat alle songs op Way Too Blue zoveel beter klinken dan de versies op de oude cd's wordt besloten de drie LP's ook opnieuw te remasteren. Dat project is het stokpaardje van Martin "Cally" Calliman.
Cally, de vroegere manager van Julian Cope, was kort daarvoor bij Island begonnen als Creative Director. Hij is een grote fan van Nick Drake en wordt door Nick's zus Gabrielle beschouwd als de drijvende kracht achter alle volgende releases van zijn werk.

Hij heeft altijd al gevonden dat de oorspronkelijke cd's geen recht deden aan het geluid dat er eigenlijk op band stond. Daarom keert hij met John Wood terug naar de oorspronkelijke achtsporen banden en maakt 24-bits remaster van de drie oorspronkelijke LP's.
Deze verschijnen in 2000. Net op tijd, want in Amerika heeft Volkswagen 'Pink Moon' gebruikt in een reclamespotje. Hierdoor ontdekt een hele nieuwe generatie de vergeten singer-songwriter. Er worden dat jaar meer platen van Nick Drake verkocht dan in de twintig voorgaande jaren samen. Hij belandt zelf in de top 5 van de best verkochte artiesten op amazon.com.





Made To Love Magic

In mei 2004 verschijnt Made To Love Magic - in wezen een verbeterde versie van Time Of No Reply. Cally heeft er, samen met Gabrielle Drake, John Wood en Joe Boyd lang aan gewerkt. Het oorspronkelijke omzet was om een geremasterde versie van die outtakesplaat te maken uit te brengen. Maar dan in een betere hoes, zonder de twee pre-Island tracks en met een paar nieuwe studio outtakes toegevoegd.

John Wood was blij dat hij de laatste vier songs eindelijk recht kon doen door ze fatsoenlijk te mixen. Tot zijn verbazing stond er achter aan de band nog een vijfde song: 'Tow The Line'. Uit terug gevonden nota's van Drake bleek nu ook dat deze vijf songs samen kant 1 van een vierde LP zouden vormen.

Daarnaast wordt '(I Was Made to Love) Magic' en 'Time Of No Reply' voorzien van de originele, door Nick goedgekeurde arrangementen van Robert Kirby.
Kirby kwam ook aandragen met enkele gitaar en zang demo's die Nick hem in 1968 had bezorgd om zijn arrangementen te schrijven.

Al bij al, een mooie aanvulling op de bestaande catalogus, maar uiteindelijk niets wereldschokkend nieuw.



A Treasury

Voor de audiofielen verschijnt later dat jaar, in oktober 2004, voor het eerst een SACD (Super Audio Surround Sound) van Nick Drake. Daarvoor wordt een nieuwe compilatie van 15 tracks samengesteld uit de drie platen, plus Made To Love Magic. Als extraatje zit er aan het eind nog een bonus: een fragmentje van dertig seconden van 'Plaisir D'Amour'. Onze Amerikaanse vrienden wordt dat plezier echter ontzegd, want daar ontbreek het aardigheidje.





Family Tree

In juli 2007 volgt een tweede nieuwe outtakes compilatie: Family Tree. Het team van Made To Love Magic heeft er zes jaar aan gewerkt.

Zij hadden de beschikking over een dozijn banden. Niet alleen de fameuze 'Work In Process' banden, maar ook een nog oudere bandopname van Nick opgenomen in Aix-en-Provence. Door de aard van het materiaal zijn er een groot aantal covers.

Verder zijn er ook opnamen van enkele nummers van Nick's moeder, Molly en enkele stukjes klassieke muziek, gespeeld door de familieleden (met Nick op klarinet) en zelf wat gesproken woord fragmentjes.
Vele van deze nummers zijn zelfs voor de meest hardnekkige fans nieuw.

Alle banden werden afgespeeld op Nick's oorspronkelijke Beocord bandopnemer en dan digitaal overgezet. Hoewel enkel de meest kwaliteitsvolle opnamen werden geselecteerd, blijven er toch grote kwaliteitsverschillen hoorbaar.
"We hebben ons best gedaan met het materiaal dat we hadden," licht John Wood toe: "Ik had 170 items - sommige songs doken op verschillende banden op. We kregen een kopie van een kopie van een kopie. De enige manier waarop we iets konden doen was met Pro Tools. We zetten het dus allemaal over op Pro Tools, en synchroniseerden dat dan allemaal om te kijken wat de beste versie was. Soms plakten we een stukje van de ene track aan een andere toe.
Het had geen zin om alle tracks eenzelfde sound mee te geven, omdat ze van zo een verschillende bronnen afkomstig waren."

John Wood heeft zo zijn bedenkingen over het concept. "Maar," zo legt hij uit: "al snel nadat Nick's vader die compilatie cassettes begon uit te delen, begonnen mensen er bootlegs van te maken en er geld mee te verdienen. Uiteindelijk is het de bedoeling van deze plaat om de mensen die op zoek zijn naar die spullen die als bootleg verkrijgbaar zijn, het materiaal aan te bieden in een fatsoenlijke geluidskwaliteit."

Gek genoeg werd Family Tree de eerste plaat van Nick Drake die in Billboard wordt genoteerd. Een teken van de toegenomen populariteit van de zanger.




Fruit Tree - versie 3

In november vorig jaar verscheen bij Island Records de derde versie van de Fruit Tree box set. Er is dan ook veel aandacht aan besteedt. De drie 24 bits geremasterde cd's zitten elk in een perfecte miniatuur replica van de oorspronkelijke hoes. Het vierde schijfje is een dvd, getiteld: A Skin Too Few. De titel is een verwijzing naar een uitspraak van Gabrielle: "Zijn huid was niet dik genoeg om het te halen in dit leven."

De 48 minuten lange film dateert uit 2000 en is een werkstuk van Jeroen Berkvens. In zijn documentaire gaat de Nederlandse filmmaker op zoek naar sporen die de dodelijk verlegen jongeman heeft nagelaten. Het blijken er bitter weinig te zijn. Slechts één niets zeggend interviewtje, wat brieven, een paar foto's...

De film is opgedeeld volgens de verschillende fasen van leven van de romantische antiheld: van Birma, over Tanworth-in-Arden, naar Londen, met tussenstops in Oxford, Marokko en Frankrijk. Er zijn vele mooie momenten: Gabrielle leest een gedicht van haar moeder voor, er zijn oude familiefilmpjes, en landschapsbeelden…. Fascinerend is een scène waarbij John Wood en Robert Kirby in de Abbey Road studio 'At The Chime Of The City Clock' laag voor laag ontrafelen en analyseren.
Daarnaast zijn er vele stemmen van mensen rondom hem: collega-muzikanten, zijn ouders en zus, schoolvrienden… Maar net als in de diverse biografieën: tot de kern komen we nooit. Nick Drake blijft een schim.

Naast die vier schijfjes zit er in de doos ook een vrij dik boekje. Daarin geven John Wood, Joe Boyd en Robert Kirby verhelderende toelichtingen over het de opnamen van de verschillende albums en elke song afzonderlijk. De journaliste en muzikante Robin Frederick gaat in op de songs zelf.
Zij is de mysterieuze componiste van 'Been Smokin Too Long' en heeft een tijdje met Nick opgetrokken tijdens zijn maandenlange verblijf in Aix-en-Provence.

Alle teksten zijn ook opgenomen in het boekje, plus de oorspronkelijke biografie door Arthur Lubow uit de eerste uitgave van de box set. Martin "Cally" Calliman lijdt het geheel in met een essay over de veranderingen die in die periode plaats vonden in de studio's en opnametechnieken.

Mogelijk heeft John Wood zijn veto uitgebracht tegen het insluiten van een van de twee cd's met outtakes. Maar die blijven afzonderlijk verkrijgbaar, zodat dit de definitieve versie is om al het moois van Nick Drake in huis te halen.

Zoals Bart Steenhaut schreef in de Morgen: "Drie cd's, 31 nummers en amper twee uur muziek. Genoeg om van Nick Drake een van de invloedrijkste figuren uit zijn tijd te maken."

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Het is pas 10 jaar geleden dat ik Drake ontdekte en zijn 3 studioplaten kocht. Plots dook in die periode overal zijn naam op. De reden was toen de doorbraak van Elliott Smith, waardoor iedereen plots de mond vol had van Nick Drake. En gelukkig maar.

Prachtig, overzichtelijk werk Peerke; duidelijk een labour of love alweer.

Roen.

Anoniem zei

Kun je geloven dat ik Nick Drake aanvankelik niet graag hoorde? Ik vond hem te soft, te introvert. Waarschijnlijk herkende ik er mijzelf te zeer in. Gelukkig heb ik tijdig ingezien dat hij een van de allerbeste singer-songwriters was. Nee, hij was eigenlijk een categorie apart.

Dit is weer een schitterend verhaal, dat mij zin geeft om die geremixte versies te gaan kopen. Maar ik had de elpees, daarna kocht ik de eerste versie van de cd's... Toen dacht ik: nu volstaat het. Maar nu ga ik er toch maar naar op zoek. Deze platen zijn inderdaad gemakkelijk te vinden. Dat is wat anders dan die van Tim Buckley, die op zijn manier toch even goed is als Nick Drake.

Anoniem zei

Peerke, ken je http://www.aplacetobe.cc/read_more.html ?
Raak!
The Juliet Letters, Heaven en nu Magic...daar heb je mijn Top-3!

Peerke zei

@ Mie: nee, van dat project had ik nog niets gehoord. Bedankt voor de tip.
The Juliet Letters heb ik me ondertussen ook aangeschaft. Bedankt om mij terecht te wijzen. Vooroordelen lonen nooit, merk ik weer.
Bedoel je met Heaven en Magic die twee cd's van Nick Drake?

@ Martin: bij mij was het ook niet de eerste keer raak. Ik kwam Nick Drake voor het eerst tegen in het boek Songs In The Key Of Life,van Muziekkrant Oor. In dat boekje, uitgegeven in 1980 gaven Nederlandse en Vlaamse recensenten hun top 10 van de jaren 70. Iemand had het over Fruit Tree. Na enig zoeken vond ik Bryter Layter in de bibliotheek van Maastricht. Ik had waarschijnlijk verkeerde verwachtingen, want het zei me niks.
Een jaar of vier later vond ik dan Heaven In A Wild Flower in de Caroline in Luik. En die sloeg in. Daarna heb ik systematisch alles bij elkaar gezocht. Wat mij betreft is het de allermooiste muziek ooit gemaakt door een mens.

Anoniem zei

Heaven= CarlWilson http://www.youtube.com/watch?v=7Xa-RY5KmpQ
Ik ga op zoek naar jouw Heaven in a Wild Rose =Nick Drake!

Magic= Nick Drake's one,de song waarmee ik hem beter leerde kennen.

Anoniem zei

Oh! Vergeten te zeggen dat dit weer een fraai stukje is...
Ken je dit: Patrick Humphries, NICK DRAKE (Bloomsbury, 1997), zie Dhttp://www.algonet.se/~iguana/DRAKE/exiled1.htmlRAKE .
Van een medestudent, die hem ( en Paul Wheeler) even heeft ontmoet.

Peerke zei

@ Mie: deze tekst kende ik al. Dat is de langere versie van het stuk dat in Mojo is gepubliceerd in 2000. De auteur is Ian MacDonald die ook een van de beste boeken over The Beatles op zijn naam heeft staan: Revolution in the Head.

Anoniem zei

Peerke, geduld, die mooie deugd, ik bezit ze nog steeds niet.In plaats van jouw artikel te herlezen! Maar het is toch al een vooruitgang dat ik verder kijk dan mijn neus lang is, of niet?
Die Ian MacDonald schrijft bevlogen...tijdgenoot...betrokken.
Dat 'fraai stukje',is voor jou bedoeld!